Op zoek naar een nieuwe tandarts? Bel 071 361 3673
Vragen & feiten over mondzorg
Veel gestelde vragen en interessante feiten over mondgezondheid in de onderstaande categorieën.
Behandelingen
Als ik overgevoelig ben voor medicijnen, ben ik dan ook allergisch voor röntgenfoto’s?
Röntgenstraling en medicijnen zijn niet met elkaar te vergelijken. De overgevoeligheid die kan bestaan bij gebruik van medicijnen is gebaseerd op een afweerreactie. Röntgenstraling kan zo’n reactie niet opwekken. U hoeft dus niet bang te zijn dat er allergische reacties optreden.
Als ik zwanger ben, mogen er dan röntgenfoto’s worden gemaakt?
Tandheelkundige röntgenfoto’s kunnen zonder bezwaar worden gemaakt. Alleen röntgenopnamen in een ziekenhuis waarbij de straling op de nog niet geboren baby wordt gericht, dienen zo mogelijk te worden uitgesteld tot na de zwangerschap.
Bang bij de tandarts. Waar ben ik precies bang voor?
Waarvoor bang? Je bent misschien bang voor: het geluid van de boor. het trillen dat je door het boren in je hoofd voelt. pijn tijdens het boren. pijn van de prik voor de verdoving. het idee van de prik. het gevoel dat je geen controle meer hebt als je in de tandartsstoel ligt. al het onbekende van de behandeling. het gevoel dat de spreekkamer benauwd is. het gevoel dat de tandarts jou maar vervelend vindt. De mogelijkheid dat de tandarts een vergissing begaat. Als je eenmaal bang bent, is er een kans dat je steeds banger wordt als je bij de tandarts bent. Dat komt omdat je hart sneller gaat kloppen, je een beetje duizelig wordt en je gaat trillen. Deze onprettige sensaties kunnen ervoor zorgen dat het gevoel van angst wordt versterkt. Gelukkig kun je er veel aan doen om het gevoel van angst terug te dringen.
Er is al vaker een röntgenfoto bij mij gemaakt, ook in het ziekenhuis. Mag de tandarts nu ook nog een foto maken?
Ja. De tandarts zal de voordelen van het maken van een röntgenfoto altijd afwegen tegen de nadelen. Maar het is wel goed dat u de tandarts vertelt wanneer er voor het laatst bij u een röntgenfoto is gemaakt. De tandarts kan daarmee rekening houden bij de beoordeling of een röntgenfoto nodig is. Als u bijvoorbeeld van tandarts bent veranderd en deze opnieuw röntgenfoto’s wil maken, vraag dan of u vorige tandarts de eerder bij u genomen röntgenfoto’s heeft doorgestuurd.
Gaan witte vullingen lang mee?
Een witte vulling kan jarenlang meegaan. Omdat echter grote witte vullingen in de kiezen nog niet zo lang worden gebruikt, zal de tijd moeten leren of deze vullingen net zo lang meegaan als die van amalgaam. Witte vullingen kunnen op den duur minder mooi worden doordat zij kunnen verkleuren. Die verkleuring komt vooral voor bij mensen die veel roken of veel koffie en thee drinken. Zo'n oppervlakkige verkleuring kan worden gecorrigeerd door de vulling te polijsten. Soms kan over een oude witte vulling een nieuw wit laagje worden aangebracht. Het is ook altijd mogelijk om een witte vulling te vervangen
Geeft een wortelkanaalbehandeling napijn?
Na het reinigen van de wortelkanalen kunt u eventueel napijn krijgen, die enkele dagen kan aanhouden. U kunt de napijn met een goede pijnstiller onderdrukken. Een antibioticum is meestal niet nodig.
Hebben probiotica een positieve werking op de mondgezondheid?
Probiotica roepen veel vragen op bij de consument. Een probioticum is een voedingsmiddel met levende micro-organismen waaraan een gezondheidsbevorderende werking wordt toegeschreven. Yakult bijvoorbeeld. In de levensmiddelenindustrie worden probiotica aanbevolen voor een verbetering van de algemene gezondheid of de verbetering van bijvoorbeeld de ‘weerstand’. Fabrikanten van probiotica werken dan ook met diverse gezondheidsclaims. De probioticaleveranciers werken ook aan probiotica waaraan mogelijk voordelen op het gebied van mondgezondheid kunnen worden toegeschreven. Er is echter nog geen wetenschappelijk onderzoek beschikbaar, waaruit de positieve werking van probiotica in de mond wordt aangetoond. We zullen dus nog op probiotica die een positief effect hebben op de mondgezondheid moeten wachten. Maar hoe lang dat wachten duurt?
Heeft een facing extra onderhoud nodig?
Een facing heeft geen extra onderhoud nodig. Wel zult u zoals altijd uw gebit goed moeten schoonhouden. Poets met een zachte tandenborstel. Gebruik regelmatig tandfloss om ook tussen de tanden goed te reinigen.
Hoe bereidt u zich voor op het trekken van een tand of kies?
Eet van tevoren gewoon goed als u bij uw tandarts of de kaakchirurg een tand of kies moet laten trekken. Slikt u geneesmiddelen? Neemt u die dan gewoon in. Indien u antistollingsmiddelen gebruikt, moet u dit ruim van tevoren melden. Het is sowieso altijd raadzaam een lijstje bij u te hebben waarop vermeld staat welke geneesmiddelen u gebruikt.
Hoe ervaren kinderen het sealen?
Kinderen ervaren het sealen vaak als een echte behandeling. De meeste kinderen kunnen die goed verdragen. Wat is voor mijn kind belangrijk om te weten? Jonge kinderen hebben meestal moeite om hun mond langere tijd open te houden. Vertel uw kind hoe de behandeling verloopt. Als je kind weet wat er gebeurt, is de kans groter dat de behandeling vlot verloopt.
Hoe gaat de behandeling van een witte vulling in zijn werk?
1. Het bepalen van de gewenste kleur wit Allereerst wordt gekeken welke kleur vulmateriaal het beste bij de tand of kies past. Er zijn zeer veel kleuren wit beschikbaar. Door combinatie van verschillende kleuren is het vrijwel altijd mogelijk de juiste kleur te krijgen. 2. Afslijpen van de tand of kies Wanneer een vulling in een kies moet worden vervangen, dan wordt eerst de oude vulling verwijderd. Wordt een kies voor de eerste keer gevuld, dan wordt alleen het aangetaste deel van de kies weggeslepen. Als de vulling wordt aangebracht om een tand mooier te maken, hoeft niets of slechts zeer weinig van de tand of kies te worden weggeslepen. 3. Droogleggen Om de vulling aan de tand of kies te laten plakken, moet het tandoppervlak droog zijn. Voor dit 'droogleggen' wordt soms een rubber lapje (de rubberdam) gebruikt. Deze rubberdam wordt over de te behandelen tand of kies getrokken. Ook kan het oppervlak droog gemaakt worden met een afzuiger en wattenrollen. 4. Plaktechniek Voor composiet en compomeer wordt de tand of kies eerst met een zuur voorbehandeld, waarna een hechtlaag wordt aangebracht. Door belichting wordt deze hechtlaag hard. Bij glasionomeer vindt ook een voorbehandeling met een zuur plaats, maar is een hechtlaag niet nodig. 5. Vullen Het vulmateriaal wordt meestal in een aantal lagen op de tand of kies aangebracht. De witte vulling van composiet of compomeer komt op de hechtlaag. De glasionomeervulling wordt direct aan de tand of kies geplakt. Vervolgens worden composiet, compomeer en sommige glasionomeren door belichting hard gemaakt. Andere glasionomeren worden na aanbrengen vanzelf hard. 6. Afwerken Tot slot wordt het oppervlak van de vulling bij composiet en compomeer gepolijst. Glasionomeer wordt met een speciale laklaag afgedekt.
Hoe kan het slinken van de kaken door een kunstgebit worden voorkomen?
Ongeveer vijftien procent van de Nederlandse bevolking van zestien jaar en ouder draagt een gedeeltelijk of een volledig ‘gewoon’ kunstgebit. Bijna eenderde deel van deze mensen heeft er regelmatig problemen mee. Vaak past na verloop van tijd het kunstgebit niet goed meer. Dat komt meestal door het slinken van de kaken. Hierdoor ontstaat ruimte tussen het kunstgebit en de kaak. Het kunstgebit gaat dan steeds losser zitten. Als enkele wortels van uw tanden of kiezen behouden blijven, kan het slinken van uw kaken voor een groot deel worden voorkomen. De druk die ontstaat door het kauwen, wordt bij een ‘gewoon’ kunstgebit opgevangen door de tandeloze kaken. Bij een overkappingsprothese wordt die voor een belangrijk deel opgevangen door de wortels onder het kunstgebit. Hierdoor slinken de kaken minder snel.
Hoe kan ik veilig mijn tanden bleken?
Een wit en stralend gebit. Wie wil dat niet? Mooie witte tanden zijn populair en het aanbod om ze te krijgen is groot. De reclames beloven hagelwitte tanden, vaak zelfs binnen een uur. Tanden wit maken met behulp van bleekbehandelingen kan in veel gevallen, maar zeker niet altijd. Onveilige bleekprocessen kunnen schade aanbrengen aan je mond. Sinds 2011 verbiedt de Europese wetgeving agressieve bleekmiddelen met meer dan 6% waterstofperoxide. Overweeg je een bleekbehandeling? Bespreek je wensen en de mogelijkheden met je tandarts of mondhygiënist.
Hoe lang duurt een bleekbehandeling?
Wat gebeurt er met je tanden als je ze bleekt? Bij bleken wordt meestal gebruikgemaakt van waterstofperoxide. De peroxide breekt kleurstoffen af. Daarnaast droogt het bleekmiddel de tanden tijdelijk uit en maakt ze iets poreuzer. Hierdoor wordt het glazuur tijdelijk minder doorzichtig en zie je het donkere tandbeen minder. De tandkleur wordt na het beëindigen van de bleekbehandeling altijd weer iets donkerder. Na zes weken kun je pas het echte bleekresultaat zien. Hoe lang duurt een bleekbehandeling? De lengte van een bleekbehandeling hangt af van de bleekmethode. Bij de thuisbleekmethode duurt het meestal twee tot drie weken voordat je het gewenste resultaat hebt bereikt. Kunnen je alle tanden en kiezen bleken? Tijdens een bleekbehandeling kleuren vullingen, facings (een schildje van porselein of composiet), kronen en bruggen niet mee. Een bleekbehandeling voor die tanden of kiezen heeft dus geen zin. Ze kunnen door de wittere tanden en kiezen eromheen zelfs meer opvallen na het bleken. Overleg daarom met je tandarts of mondhygiënist vóórdat je je tanden gaat bleken. Bespreek je wensen en vraag of jouw gewenste resultaat haalbaar is. Is thuisbleken onder begeleiding van de tandarts of mondhygiënist schadelijk voor mijn tanden? Onderzoek heeft aangetoond dat het buitenste deel van het glazuur direct na het bleken tijdelijk iets poreuzer en minder hard is. Deze veranderingen van het glazuur herstellen, zodra het glazuur in contact komt met speeksel. Thuisbleken onder begeleiding van de tandarts of mondhygiënist heeft, indien je de aanwijzingen opvolgt, geen blijvende nadelige gevolgen en levert een beter resultaat dan eenmalige behandelingen. Kan ik tijdens de bleekbehandeling alles eten en drinken? Tijdens de behandeling met de bleeklepel kunnen etenswaren en dranken met kleurstoffen het resultaat nadelig beïnvloeden. Tijdens de bleekbehandeling is het gebruik van deze producten, evenals roken, af te raden. Hierdoor zal de duurzaamheid van het bleekresultaat verbeteren. Kan ik ook zelf mijn tanden bleken? In sommige winkels en vooral via internet kan je diverse bleekproducten kopen. De wet staat voor deze producten alleen zeer lage concentraties waterstofperoxide toe (0,1%). Dit betekent dat je weinig effect van de behandeling mag verwachten. Wie hiervoor kiest, moet het ook doen zonder het deskundige advies of een behandeling voor jou wel de aangewezen oplossing is. Als je je tanden wilt bleken, doe dat dan altijd onder begeleiding van de tandarts of mondhygiënist. Welk resultaat zal het bleken opleveren? Het te bereiken bleekresultaat verschilt voor iedereen. Je tandarts of mondhygiënist kan de kleur van jouw tanden vastleggen en laten zien welke verandering is opgetreden. Indien gewenst kun je de behandeling herhalen. De basiskleur van het tandbeen bepaalt voor een belangrijk deel het uiteindelijke resultaat. En die basiskleur is bij iedereen anders. Ook gebleekte tanden zullen, net als niet-gebleekte tanden, op den duur verkleuren door veroudering. Verkleuring gebeurt sneller als je rookt of voedingsstoffen met kleurstoffen veel gebruikt. Kan ik met ‘whitening‘ tandpasta’s mijn tanden witter maken? De naam is enigszins misleidend. Whitening tandpasta’s bleken niet. Er zitten enzymen en fosfaten in die kleurstoffen kunnen afbreken en losweken van de tand, waarna je ze makkelijker kunt wegpoetsen. Met whitening tandpasta’s kun je dus makkelijker verkleuringen op het oppervlak verwijderen. En schone tanden lijken witter. Een nieuwe ontwikkeling is het toevoegen van kleurstoffen aan de tandpasta, die de tand tijdelijk wit kleuren.
Hoe lang duurt een wortelkanaalbehandeling?
De duur van een wortelkanaalbehandeling is afhankelijk van het aantal wortelkanalen. Tanden hebben meestal één wortel. Kiezen hebben er vaak meer. De behandelingstijd varieert daarom van een half tot anderhalf uur. Vaak kan de tandarts de wortelkanaalbehandeling in één keer afmaken. Soms moet u een aantal keren terugkomen.
Hoe lang gaat de sealant mee?
De sealant die diep in de groeven zit gaat enkele jaren mee. Bij de periodieke controle controleert de tandarts of mondhygiënist of er nog voldoende aanwezig is. Als er wat materiaal is verdwenen, kan dit worden aangevuld.
Hoe lang gaat een facing mee?
Een facing gaat vijf tot tien jaar en soms ook langer mee. Roken en veel koffie of thee drinken, werkt verkleuring in de hand. Een facing kan slijten of beschadigen als u bijvoorbeeld tandenknarst of op uw nagels bijt. De tandarts kan een gesleten of beschadigde facing altijd repareren of vervangen. Deze behandeling beschadigt de tand zelf niet.
Hoe lang gaat een kroon of brug mee?
De materialen zijn zo duurzaam dat een kroon of brug minstens tien jaar meegaat. Een goede mondhygiëne heeft veel invloed op de duurzaamheid. Door een ongelukje kan het natuurlijk voorkomen dat een kroon of een brug al voortijdig wordt beschadigd.
Hoe lang moet je een beugel dragen?
Gemiddeld moet je twee tot drie jaar een beugel dragen. De duur van de behandeling hangt af van de ernst van de afwijking en jouw medewerking. Na de behandeling krijg je vaak een nachtbeugel om voorkomen dat je gebit opnieuw scheef gaat staan. Meestal worden ook spalkjes achter de voortanden geplaatst, die blijven zo lang mogelijk zitten.
Hoe maakt de tandarts röntgenfoto's?
Foto van één of enkele tanden en kiezen Het maken van foto’s kan op twee manieren gebeuren. Bij de ene manier klemt u een speciale houder met een film tussen de tanden en kiezen. Bij de andere manier houdt u de film zelf met de vinger tegen de binnenkant van de tand of kies. Daarna richt de tandarts het röntgenapparaat van buitenaf op de film en maakt de opname. Panoramafoto Een overzichtsfoto van boven- en onderkaak, een panoramafoto, wordt gemaakt met een apparaat dat rondom uw hoofd draait. Omdat de opname ongeveer 15 seconden duurt, moet voorkomen worden, dat u uw hoofd beweegt. Uw hoofd wordt daarom door een stuen op zijn plaats gehouden. Röntgen-schedelprofiel foto De orthodontist (beugeltandarts) gebruikt bij het maken van een behandelplan vaak een röntgen-schedelprofiel foto (RPS). Deze foto wordt met een apparaat gemaakt dat op een vaste afstand van het hoofd staat. Om ervoor te zorgen dat de foto’s op steeds dezelfde manier worden genomen, wordt het hoofd in een steun geplaatst.
Hoe snel geneest de wond na het trekken van een tand of kies?
Het duurt een dag of tien voordat de wond helemaal dicht is. Als het bloed in de wond goed kan stollen, geneest de wond het beste. Met spoelen verwijdert u het stollende bloed. Daarom mag u de eerste dag uw mond niet spoelen. Drinken mag natuurlijk wel. Wat is slecht voor de genezing? Alcohol en roken vertragen de genezing van de wond. Zie hier daarom vanaf. Laat ook geen pijnstiller op de plek waar de pijn is smelten. Sommige pijnstillers kunnen op de plaats van de wond extra irritatie veroorzaken. Wanneer kunt u weer eten? Als de verdoving is uitgewerkt, mag u gerust weer voorzichtig eten en drinken. Wacht altijd met kauwen totdat de verdoving helemaal is uitgewerkt. Anders bijt u op uw wang of lip. Wanneer kunt u weer tandenpoetsen? U kunt uw tanden en kiezen weer normaal poetsen na het trekken. Doe het wel een beetje voorzichtig op de plaats waar net uw tand of kies is getrokken.
Hoe vaak komt het voor dat mensen angstig zijn voor de tandarts?
Bang zijn bij de tandarts is niet ongewoon. Ongeveer tachtig procent van de mensen is min of meer angstig bij de tandarts, vijf tot zeven procent is heel erg bang. Mensen die heel bang zijn durven soms helemaal niet meer naar de tandarts te gaan. Omdat ze vaak lang niet zijn gegaan, zijn ze nóg banger om weer wel te gaan: misschien hebben ze in de tussentijd wel gaatjes gekregen of hebben ze zelfs al pijn!
Hoe vaak moet je terugkomen voor je beugel?
Meestal moet je om de vijf of zes weken terugkomen om je beugel te laten bijstellen. In het begin duren deze bezoeken ongeveer een half uur. Later worden ze steeds korter. Je kunt niet altijd na schooltijd terecht. Misschien zul je daarvoor weleens een uurtje van school missen.
Hoe verloopt de behandeling met implantaten?
Voordat de implantaten worden geplaatst, krijgt u een plaatselijke verdoving. Vervolgens wordt het tandvlees op de plek waar het implantaat moet komen losgemaakt zodat het kaakbot zichtbaar wordt. Dan wordt een gaatje in het kaakbot geboord. Daarin wordt het implantaat geschroefd. Vervolgens wordt het tandvlees gehecht. Als u meer dan één implantaat nodig heeft, worden deze vrijwel altijd tijdens hetzelfde behandelbezoek ingebracht. Plaats waar het implantaat komt. Het tandvlees wordt losgemaakt. Er wordt een gaat in het bot geboord. Het implantaat wordt aangebracht. Het tandvlees wordt gehecht.
Hoe verloopt de behandeling van een eigen gebit naar een kunstgebit?
U krijgt een kunstgebit. Dat is een grote verandering, want uw nieuwe kunstgebit speelt een belangrijke rol bij het kauwen en spreken. Bovendien zijn uw kunsttanden erg belangrijk voor uw uiterlijk. Uw tanden zijn immers uw eerste blikvanger. Het trekken van tanden en kiezen Het trekken van tanden en kiezen gebeurt meestal niet in één keer. De tandarts trekt eerst uw kiezen. Pas later uw tanden. Die blijven dus voorlopig nog staan, zodat u niet zonder tanden zult lopen. Tussen het trekken van de kiezen en de tanden zit doorgaans enkele weken. In de tussentijd krijgt het tandvlees de gelegenheid om te genezen en te herstellen. U zult het dus een tijdje zonder kiezen moeten stellen. Met eten is dat een beetje behelpen. Als de wonden nog niet zijn genezen, kunt u het beste zacht voedsel eten. Daarna kunt u gewoon weer eten wat u normaal gewend bent. Meestal zal uw kauwvermogen minder zijn. Een afdruk maken Voordat de tandarts de tanden trekt, maakt hij een afdruk van uw kaak. Dat gebeurt met behulp van een afdruklepel, gevuld met een speciaal afdrukmateriaal. In het tandtechnisch laboratorium wordt die afdruk met gips gevuld. Hierdoor ontstaat een gipsmodel. Hierop wordt een goed passende afdruklepel van kunsthars gemaakt. Met deze lepel wordt nóg een afdruk gemaakt om een nóg nauwkeuriger gipsmodel te krijgen. Hierop wordt uw kunstgebit gemaakt. Bent u tevreden over de kleur, de vorm en de stand van uw eigen tanden? Of misschien juist niet? Informeer uw tandarts hierover vóórdat het kunstgebit wordt gemaakt. Uw tandarts kan u hierin advies geven. Hij zal proberen zoveel mogelijk met uw wensen rekening te houden. Het kunstgebit wordt direct geplaatst Vroeger liepen mensen voordat ze een kunstgebit kregen een tijdje zonder tanden. Tegenwoordig hoeft dat niet meer. Het kunstgebit, ook wel immediaatprothese genoemd, wordt onmiddellijk in uw mond geplaatst als de laatste tanden zijn getrokken. Dus direct over de verse wonden heen. Dat vindt u misschien een vreemd idee, maar dit heeft een groot voordeel. Uw kunstgebit zit in het begin namelijk als een soort verband op de wonden. Als u in de spiegel kijkt, moet u waarschijnlijk erg wennen. Uw mond is nu een maal een belangrijke blikvanger en die is veranderd. Neem een paar dagen de tijd om te wennen en beoordeel pas dan hoe u er met uw nieuwe tanden en kiezen uitziet. Zie ook
Een nieuw kunstgebit
Hoe verloopt de behandeling van het sealen?
Reinigen Allereerst maakt de tandarts of mondhygiënist de kies goed schoon met een roterend borsteltje of een instrument. Droog houden Speeksel verhindert dat het laagje aan de kies hecht. Daarom houdt de tandarts of mondhygiënist de kies met wattenrolletjes en een speekselzuiger droog. Dan kan er geen speeksel bij de kies komen. Soms spant de tandarts of mondhygiënist een heel dun rubber lapje om de hele kies of om meerdere kiezen. Dit wordt ook wel rubberdam genoemd. Een klemmetje houdt het lapje op zijn plaats. Het klemmetje drukt soms iets op het tandvlees, maar dat went meestal snel. Daarna spuit hij de kies met een luchtspuit droog. Etsen Om het laagje goed te laten hechten, ruwt de tandarts of mondhygiënist de groefjes en putjes in het glazuur op met een zure vloeistof of gel. Dat heet etsen. Spoelen Na een korte inwerktijd spoelt de tandarts of mondhygiënist de zure vloeistof of gel weg met water. Dat gebeurt met een lucht-/waterspuit. Het water wordt opgezogen met een speekselzuiger. Sealen Nu kan de tandarts of mondhygiënist het laagje op de kies aanbrengen. Het aangebrachte materiaal komt tot diep in de bodem van de groefjes en putjes. Uitharden Dan moet het materiaal uitharden. Dat kan vanzelf gaan of met een lamp die blauw licht geeft. Als de tandarts of mondhygiënist een lamp gebruikt, beschermt hij soms de ogen met een oranje schermpje. Ten slotte controleert de tandarts of mondhygiënist of het laagje goed vast zit.
Hoe verloopt de behandeling voor een kroon of een brug?
De behandeling van een kroon of brug verloopt in stappen. Hiervoor twee of drie bezoeken aan uw tandarts nodig. Een kroon of brug wordt niet direct in uw mond gemaakt, maar in een tandtechnisch laboratorium. Hiervoor is ongeveer één tot twee weken tijd nodig. De behandeling in stappen Afslijpen van de tand of kies Allereerst wordt een deel van de tand of kies afgeslepen, totdat er genoeg ruimte is om een kroon of brug te maken. Zo nodig krijgt u een plaatselijke verdoving. Afdruk maken Vervolgens maakt de tandarts een afdruk van uw hele kaak of het gedeelte waarin zich de afgeslepen kies bevindt. Hiervoor brengt de tandarts een afdruklepel met een rubberachtige massa in uw mond. Zo ontstaat een afdruk waarin later in een tandtechnisch laboratorium gips wordt gegoten. Op dit gipsmodel wordt de kroon of brug gemaakt. Beetregistratie Met de beetregistratie bepaalt de tandarts hoe de tanden en kiezen van uw onder- en bovenkaak op elkaar passen. Daarvoor is een afdruk van de tegenovergelegen kaak nodig. Hiervoor gebruikt de tandarts een wasplaatje. Kleur bepalen Als de kroon of brug vóór in de mond staat, heeft deze meestal een tandkleurige buitenlaag. Samen met uw tandarts zoekt u een geschikte kleur uit. Noodvoorziening Voor uw comfort en ter bescherming van de afgeslepen tand of kies , maakt de tandarts een noodvoorziening (tijdelijke kroon). Eet er geen harde of kleverige producten mee. De tijdelijke kroon is daar niet op berekend. Neem bij breuk of losraken van de tijdelijke kroon contact op met uw tandarts. Vastzetten Bij de laatste afspraak past uw tandarts de kroon of brug in uw mond en zet hem vast. Aan de binnenzijde van de kroon of brug brengt hij een snelhardend cement aan. Vervolgens schuift hij de kroon of brug op zijn plaats en drukt hem stevig aan. Opbouw Als uw tand of kies te weinig houvast biedt voor een kroon of brug, kan uw tandarts eerst een opbouw maken. Hij lijmt de opbouw met een pin in het wortelkanaal vast. Dan plaatst hij de kroon of brug over de opbouw.
Hoe verloopt de behandeling voor een overkappingsprothese?
Voorbehandelingen Voordat de tandarts de overkappingsprothese kan maken, moet hij een aantal voorbereidingen uitvoeren, de zogenoemde voorbehandelingen. Het uitkiezen van de wortels Eerst kijkt de tandarts zorgvuldig welke wortels van uw tanden of kiezen hij het beste kan gebruiken. Vaak zijn dit de wortels van de hoektanden. Om de kwaliteit van uw wortels goed te kunnen beoordelen, zal uw tandarts röntgenfoto's maken. Het trekken van de kiezen Meestal zal uw tandarts daarna de kiezen trekken die hij niet onder de overkappingsprothese gebruikt. Na het trekken moeten de wonden enige tijd gelegenheid krijgen om te genezen. Uw voortanden blijven dus voorlopig nog staan. In het begin is het zonder kiezen een beetje behelpen. Maar u zult zien dat het toch wel snel meevalt. Neem contact op met uw tandarts als het niet zo is. Kort na het trekken van uw kiezen zijn de wonden nog niet goed genezen. Dan kunt u het beste zacht voedsel nemen. Daarna kunt u weer proberen te eten wat u gewend was. De voorbehandeling van de wortels De tanden of kiezen waarvan de wortels worden gebruikt, krijgen doorgaans een voorbehandeling. Elke wortel heeft binnenin een holte. Uw tandarts reinigt en vult die. Hij voert dus een wortelkanaalbehandeling uit. Dit voorkomt dat er later ontstekingen aan de wortels ontstaan. Soms is deze behandeling in het verleden al uitgevoerd. Dan hoeft uw tandarts dit meestal niet nog eens te doen.
Hoe voelt een facing?
Een facing voelt zoals een eigen tand. Misschien moet u er eerst even aan wennen. Praten kan in het begin wat problemen geven als uw tanden langer zijn gemaakt. Als de tandarts de vorm van uw tanden erg heeft veranderd, kunnen klanken wel eens vervormen. Dat gaat na een paar dagen vanzelf over.
Hoe werkt een beugel?
Een slotjesbeugel werkt met kleine subtiele krachten. Door die krachten gaan de tanden en kiezen groeien in de gewenste richting. De kracht wordt opgewekt door de draad die door de slotjes loopt. Daarom wordt de draad tijdens de controles vaak bijgesteld. Met een buitenboordbeugel wordt de groei van de bovenkaak veranderd. Een blokbeugel is een soort fitness apparaat voor je onderkaak: hij traint je spieren waardoor de kaak hopelijk meer naar voren gaat groeien. De bovenkaak kan worden verbreed met een kaakverbreder, die wordt ook wel “hyrax” of “spin” genoemd.
Hoe wordt de overkappingsprothese gemaakt?
Afdrukken maken De prothese kan door een tandarts worden aangemeten; het kan echter ook zijn dat een tandprotheticus dat doet. Een tandprotheticus is van oorsprong een tandtechnicus die gespecialiseerd is in het behandelen van patiënten met een kunstgebit. Een afdruk van uw kaak wordt gemaakt met behulp van een afdruklepel, gevuld met een speciaal afdrukmateriaal. In het tandtechnisch laboratorium wordt die afdruk met gips gevuld. Hierdoor ontstaat een gipsmodel, waarop de prothese kan worden gemaakt. Soms is een tweede afdruk nodig. Dan wordt op het gipsmodel een goed passende afdruklepel van kunsthars gemaakt. Met deze lepel wordt opnieuw een afdruk gemaakt om een nóg nauwkeuriger gipsmodel te krijgen. Hierop wordt uw overkappingsprothese gemaakt. Contact tussen boven- en onderkaak Tijdens een volgend bezoek bepaalt de tandarts de stand van uw boven- en onderkaak ten opzichte van elkaar. Hij bepaalt hoe de kunsttanden en -kiezen in de boven- en onderprothese contact met elkaar moeten gaan maken, zodat u goed met uw overkappingsprothese kunt kauwen. Kleur, stand en vorm van de kunsttanden Bent u tevreden over de kleur, de vorm en de stand van uw eigen tanden? Of misschien juist niet? Informeer uw behandelaar hierover vóórdat de overkappingsprothese wordt gemaakt. Uw behandelaar kan u hierin natuurlijk ook advies geven. Hij zal proberen zoveel mogelijk met uw wensen rekening te houden. De laatste fase Vóórdat de tandarts uw kunstgebit in uw mond kan plaatsen, moet hij nog twee dingen doen. Eerst slijpt hij de tanden en kiezen, die als pijlers voor de overkappingsprothese gaan fungeren, tot net boven het tandvlees af. Alleen de wortel van zo’n tand of kies blijft dus over. Het voorbehandelde wortelkanaal sluit hij af met een vulling. Dan trekt uw tandarts de overige gebitselementen die in uw mond zijn blijven staan. Direct daarop aansluitend plaatst hij de overkappingsprothese. U hoeft dus niet bang te zijn dat u enige tijd zonder tanden zult rondlopen. U krijgt een compleet stel nieuwe kunsttanden en -kiezen over de wortels en de verse wonden van de getrokken tanden. Dat vindt u misschien een vreemd idee, maar dit heeft een groot voordeel. De overkappingsprothese zit in het begin namelijk als een soort verband op de wonden. Uw tandarts zal vervolgens met u een afspraak maken na één of twee dagen. Hij zal uw mond controleren en de eventuele klachten verhelpen.
Hoe wordt een plaat- of frameprothese gemaakt?
Alvorens een frameprothese wordt afgedrukt, moeten meestal steunen in uw eigen tanden of kiezen worden geslepen; bij een plaatprothese is dat meestal niet het geval. Vervolgens drukt de tandarts of tandprotheticus uw kaken af. Dat gebeurt met behulp van een afdruklepel, gevuld met een afdrukmateriaal. In een tandtechnisch laboratorium wordt die afdruk vervolgens met gips gevuld. Hierdoor ontstaat het gipsmodel waarop uw plaat- of frameprothese wordt gemaakt. Soms is een tweede afdruk nodig om een mooie afdruk te krijgen. In totaal heeft u vier á vijf behandelbezoeken nodig voor het op maat maken en plaatsen van een plaatprothese. Alles bij elkaar neemt het ongeveer vijf weken in beslag. Voor de frameprothese zijn meer bezoeken nodig en duurt het op maat maken meestal enkele weken langer.
Hoe ziet de frameprothese er uit?
De frameprothese heeft een basis van metaal. Op het metaal is een roze, tandvleeskleurige kunsthars aangebracht. Daarin zitten de kunsttanden en -kiezen vast. In tegenstelling tot de plaatprothese rust de frameprothese vooral op de overgebleven tanden of kiezen en soms voor een deel op het slijmvlies van de mond. Met metalen ankers die op de tanden of kiezen steunen en met hun ankerarmen er omheen klemmen, is de frameprothese op de tanden en/of kiezen bevestigd. De ankerarmen zijn vaak wel enigszins zichtbaar.
Hoe ziet een plaatprothese eruit?
De plaatprothese is gemaakt van een roze, tandvleeskleurige kunsthars. Daarin zijn de kunsttanden en -kiezen verankerd. De prothese rust in zijn geheel op het slijmvlies van de mond en zit eventueel met haakjes vast aan de overgebleven tanden of kiezen.
Ik heb een overkappingsprohtese. Moet ik voor controle naar de tandarts?
Het is noodzakelijk dat u éénmaal per halfjaar voor controle naar uw tandarts gaat. De tandarts controleert de wortels, uw kaken en de overkappingsprothese. Bovendien kan hij u begeleiden bij het schoonhouden. Ook kan hij mogelijk kleine mankementen aan de wortels en de overkappingsprothese die u zélf niet direct opmerkt verhelpen.
Ik heb een overkappingsprothese. Ben ik nu voor altijd klaar?
Na verloop van tijd bent u gewend aan uw nieuwe kunsttanden en -kiezen, maar dat blijft niet zo. Uw mond verandert omdat uw kaken slinken. Uw kunstgebit blijft wel even groot. Er ontstaat dus veel ruimte tussen uw overkappingsprothese en uw kaak, waardoor uw kunstgebit op den duur losser gaat zitten. Als uw kunstgebit niet goed meer past, kan die op sommige plaatsen op uw kaak zwaarder gaan drukken dan op andere. Dat kan pijn veroorzaken. Ga dan naar uw tandarts. Schuur of vijl niet zelf aan uw overkappingsprothese! In zo’n geval past uw tandarts uw kunstgebit aan of adviseert hij u een nieuwe overkappingsprothese te maken. Dat is vaak na een jaar al nodig.
Ik heb een overkappingsprothese. Kan ik overstappen op een ‘gewoon’ kunstgebit?
Een overkappingsprothese heeft in principe dezelfde vorm en afmetingen als een ‘gewoon’ kunstgebit. Daarom kan de overkappingsprothese, als de wortels onverhoopt toch verloren gaan, eenvoudig worden veranderd in een ‘gewoon’ kunstgebit. Er is slechts een kleine aanpassing nodig. U hoeft dan niet zo lang te wennen aan dit aangepaste kunstgebit. Bovendien voelt het kunstgebit nog steeds vertrouwd aan.
Ik rook. Kan ik een implantaat krijgen?
Een implantaat is een kunstwortel die in het kaakbot is bevestigd. Verloren tanden of kiezen worden hiermee vervangen. Op het implantaat komt een kroon, brug of prothese. Nadat het implantaat is geplaatst, sluit het tandvlees er mooi omheen. Het implantaat moet goed vast komen te zitten in het bot. De kans op mislukking is bij rokers bijna drie keer groter dan bij niet-rokers. Veel tandartsen zijn daarom terughoudend om implantaten te adviseren bij rokers.
Is een wortelkanaalbehandeling pijnlijk?
Een wortelkanaalbehandeling is met een verdoving meestal niet pijnlijk.
Is het maken van een röntgenfoto bij de tandarts schadelijk?
Bij het maken van röntgenfoto’s bij de tandarts gebruikt men een zeer kleine hoeveelheid straling, waardoor de kans op nadelige gevolgen voor de gezondheid gering is. Deze kans is zo klein dat dit nauwelijks in een getal is uit te drukken. Om dit duidelijker te maken vergelijken we het met een aantal situaties uit het dagelijks leven. Zo is het stralingsrisico van het maken van twee röntgenfoto’s vergelijkbaar met dat van een vliegreis van Nederland naar de Verenigde Staten. Bij het vliegen staan we bloot aan meer straling, deze is op grote hoogte sterker dan op de grond. Het risico is ook vergelijkbaar met een wintersportvakantie van 14 dagen. In hoge gebieden worden we eveneens aan meer straling blootgesteld. Toch moet bij straling, hoe weinig ook, zorgvuldig te werk worden gegaan. Elke keer als een röntgenfoto gewenst is, moet het nut daarvan worden afgewogen tegen het risico van het niet, of te laat ontdekken van een ontsteking of een andere tandheelkundige afwijking.
Kan een wortelkanaalbehandeling bij iedere tand of kies worden uitgevoerd?
Soms kan uw tandarts geen wortelkanaalbehandeling uitvoeren, omdat er bijkomende problemen zijn. Het kan voorkomen dat de tand of kies moet worden verwijderd. Met uw tandarts kunt u de mogelijke oplossingen bespreken voor de vervanging van uw verloren tand of kies. Denk bijvoorbeeld aan een brug.
Kan ik mijn implantaten verliezen?
Een implantaat onder een kroon of brug zit verankerd in het bot. Het is erg belangrijk dat u de overgang van de kroon of brug naar het tandvlees goed schoonmaakt. Poets dit gebied zorgvuldig met een zachte tandenborstel en gebruik tandenstokers, ragers en/of flossdraad. Bij een slechte mondhygiëne kunt u uw implantaat verliezen. Implantaten die als pijlers dienen onder een overkappingsprothese maakt u schoon met een zachte tandenborstel, ragers en/of (super)flossdraad. Poets tweemaal per dag het deel van het implantaat dat boven het tandvlees uitsteekt. Besteed extra aandacht aan de overgang van het implantaat naar het tandvlees. Reinig de ruimte onder de spalk met ragers en/of superfloss op aanwijzing van uw tandarts of mondhygiënist. Als u voedselresten en plak rond de implantaten niet weghaalt, gaat het tandvlees ontsteken. Daardoor verliezen ze op den duur hun houvast, gaan ze los staan en kunnen ze pijn veroorzaken.
Krijg ik last van napijn bij de behandeling voor een kroon of een brug?
Na plaatsing kan een tand of kies die van een kroon of een brug is voorzien soms gevoelig zijn. Dit is meestal tijdelijk. Raadpleeg uw tandarts als de gevoeligheid aanhoudt of heviger wordt.
Kun je gewoon je tanden poetsen?
Je kunt gewoon je tanden poetsen. Het is zelfs belangrijk dat je extra veel aandacht besteedt aan het poetsen van je tanden, kiezen en je beugel. Het is bij sommige beugels wel moeilijker om het goed te doen. In dat geval kun je gebruikmaken van speciale tandenborstels. Daarover krijg je handige tips als je de beugel krijgt.
Kun je met een beugel alles eten?
Voorkom dat je beugel stuk gaat. Slotjes komen gemakkelijk los bij het eten van dropjes, toffees of andere harde en plakkerige dingen. Kauwgom en draadjesvlees gaan gemakkelijk tussen de beugel zitten, je krijgt het moeilijk weer weg. Limonade en frisdrank, met of zonder bubbels, kun je beter laten staan. Ze veroorzaken tandplak waardoor je glazuur rondom de slotjes blijvend kan verkleuren of zelfs gaatjes ontstaan. Zorg dat je de tandplak elke dag goed wegpoetst.
Kun je met een facing alles eten?
Met een facing kunt u alles eten. Maar u moet niet op harde dingen bijten, zoals op zuurtjes, uw nagels of bijvoorbeeld een pen. Ook het afscheuren van bijvoorbeeld plakband met uw tanden is af te raden.
Kunnen witte vullingen altijd worden gebruikt?
Een witte vulling kan in veel gevallen worden toegepast. Het hangt onder meer af van de grootte van de vulling en de plek waar de vulling moet komen. Welk vulmateriaal in welk geval het meest geschikt is, kunt u met uw tandarts bespreken
Moet ik mijn kunstgebit door de tandarts laten controleren?
Om pijn te voorkomen en om loszitten van uw kunstgebit tijdig te kunnen constateren, is het aan te raden minstens één keer per twee jaar naar de behandelaar voor controle te gaan. Ga ook als u geen klachten heeft. Het slinken van uw kaken gaat heel ongemerkt. Het zal u in eerste instantie dus niet opvallen. Uw behandelaar kan uw kunstgebit weer goed passend maken. Of hij kan u op tijd aanraden een nieuwe te nemen, want ook een kunstgebit kan verslijten. De behandelaar controleert bovendien of uw mond nog goed gezond is. Vooral mensen met een slecht passend kunstgebit of mensen die hun kunstgebit al jarenlang dragen, kunnen vervelende mondafwijkingen krijgen.
Moet ik nog ergens op letten bij het tandenpoetsen als de tanden geseald zijn?
Je kunt gewoon met een fluoridetandpasta blijven poetsen. Poets de gesealde vlakken gewoon mee.
Moeten de kiezen van elk kind worden geseald?
De kiezen worden alleen geseald als de tandarts verwacht dat er gaatjes in de groefjes ontstaan.
Naar wie ga je toe voor een beugel?
Een orthodontist is een tandarts die is gespecialiseerd in beugelbehandelingen. Sommige tandartsen kunnen dit ook zelf. Voordat je een beugel krijgt wordt eerst een onderzoek gedaan. Nadat in je mond is gekeken worden gewone foto’s en röntgenfoto’s van je gezicht en van je gebit gemaakt. Er worden afdrukken van je gebit gemaakt met een soort klei dat naar pepermunt smaakt. Ook kan het zo zijn dat je niet hoeft te happen, maar dat de orthodontist of tandarts jouw tanden en kiezen scant. Daarna wordt precies bekeken wat er aan de hand is. Samen met jou en je ouders wordt daarna besproken wat er aan je gebit veranderd kan worden en met welke beugels dat kan.
Twee manieren van inbrengen van implantaten
Vaak is het implantaat na plaatsen zichtbaar in de mond; het steekt door het tandvlees heen. Het voordeel daarvan is dat de tandarts voor het aanbrengen van de kroon, de brug of de overkappingsprothese het tandvlees niet meer hoeft open te maken. Het kan ook zijn dat het implantaat na plaatsen met tandvlees wordt overhecht en dus niet direct zichtbaar is in de mond. Deze aanpak kan soms nodig zijn om het implantaat goed te laten ingroeien in het kaakbot en het vermindert de kans op infectie. Voor het aanbrengen van de kroon, brug of prothese moet het tandvlees in dat geval wel opnieuw worden opengemaakt. Uw behandelaar beoordeelt welke aanpak in uw situatie de beste is.
Van welk materiaal worden facings gemaakt?
Een facing wordt gemaakt van composiet of porselein. Voor een facing van composiet hoeft de tandarts over het algemeen minder aan uw tand te slijpen. Ook is het resultaat beter voorspelbaar en de kosten zijn aanzienlijk lager dan bij een porseleinen facing. Daar tegenover staat dat een facing van porselein minder gevoelig is voor aanslag op het oppervlak.
Van welk materiaal zijn kronen en bruggen gemaakt?
PorseleinKronen van porselein kunnen in veel situaties worden toegepast. Door nieuwe technieken is de kans op breuk uitgesloten. Het materiaal is tandkleurig en ziet er zeer natuurgetrouw uit.Metaal-porseleinHierbij wordt metaal als basis gebruikt. Voor het uiterlijk wordt over het zichtbare metaal een laag van tandkleurig porselein aangebracht. MetaalSoms worden kronen en bruggen alleen van metaal gemaakt. Dit materiaal is zeer sterk en slijtvast. Ze krijgen dan een goud- of zilverkleurige goudlegering. Vanwege de kleur plaatst de tandarts ze alleen achter in de mond.
Verkleurt een tand of kies na een wortelkanaalbehandeling?
Een tand of kies verkleurt meestal niet na een wortelkanaalbehandeling. Als er toch enige verkleuring ontstaat, kan uw tandarts die meestal verhelpen. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. Vraag uw tandarts om advies.
Waar moet ik aan wennen bij de overkappingsprothese
Kort na het plaatsen brengt u een bezoek aan de tandarts en mag de overkappingsprothese voor de eerste keer uit uw mond. Uw tandarts zal de wonden zonodig reinigen. Hij kan kleine correcties aan uw kunstgebit uitvoeren waarmee hij pijn aanzienlijk kan verminderen of wegnemen. Om uw mond te reinigen, kunt u het voorzichtig spoelen met lauw water. Daar kunt u eventueel een beetje zout in doen. U kunt daarvoor ook een bij de drogist verkrijgbaar mondspoelmiddel met chloorhexidine gebruiken. Spoelen met lauwe kamillethee kan ook heel goed. De wonden genezen en nog eventueel bestaande pijn zal verdwijnen. U zult dan langzaam aan uw overkappingsprothese wennen. Dat vraagt tijd. De een zal sneller wennen dan de ander. Heeft u er erg veel moeite mee? Vraag uw tandarts dan om advies. Eten Eten met uw nieuwe overkappingsprothese is wat onwennig. Zeker in het begin zult u voorzichtig aan moeten doen. U ervaart zelf het beste wat wel en niet kan. Probeer langzaam hardere dingen te gaan eten. Stukken afbijten kunt u met een kunstgebit beter niet doen. Snijd uw voedsel daarom in stukjes en kauw rustig en gelijkmatig met de kunstkiezen. Neem daarbij aan beide zijden een stukje voedsel in de mond. Neem er meer tijd voor dan dat u gewend bent. Praten In het begin praat u nog wat onwennig. Het is alsof u met een volle mond praat. Bepaalde klanken klinken anders dan u gewend was. Dit is normaal. Meestal gaat het na enkele dagen een stuk beter. Oefen extra met die woorden of letters die nog niet helemaal naar uw zin klinken. Lees bijvoorbeeld de krant hardop.
Waar moet ik aan wennen de eerste dagen met een plaat- of frameprothese?
Enige dagen nadat de tandarts of tandprotheticus de plaat- of frameprothese in uw mond heeft geplaatst, controleert deze de prothese. U praat wellicht nog een beetje onwennig als u de prothese net draagt. Sommige klanken klinken een beetje anders. Dit is normaal en gaat vanzelf over. U moet gewoon even aan de prothese wennen. Blijven er klachten bestaan, neem dan contact op met uw behandelaar. Als uw prothese goed zit, zal de tandarts deze controleren tijdens de halfjaarlijkse controle van uw eigen gebit.
Waar moet ik rekening mee houden tijdens de eerste dagen met de overkappingsprothese?
Nabloeden De eerste uren na het trekken van uw laatste gebitselementen kunnen de wonden nog een beetje nabloeden. Dat kan uw speeksel rood kleuren. Dit zal vrij snel ophouden. Dan neemt het speeksel ook weer de normale kleur aan. Dat betekent niet dat de wonden helemaal zijn genezen. De eerste 24 uur kunt u ook beter niet spoelen. Er vormen zich namelijk bloedstolsels in de wonden van de getrokken tanden. Als u spoelt, laten die stolsels los en begint het bloeden opnieuw. Drinken mag wel. Er is een kleine kans dat het bloeden niet overgaat, ondanks de genomen voorzorgsmaatregelen. Waarschuw dan uw tandarts. Neem ook contact op als u pijn houdt. Neem niet zomaar een pijnstiller. Sommige pijnstillers kunnen het bloeden juist verergeren. Spreek goed met uw tandarts af wat u de eerste 24 uur wel of niet moet doen. Uiterlijk Als u in de spiegel kijkt, moet u waarschijnlijk erg wennen. Uw mond is nu eenmaal een belangrijke blikvanger en die is veranderd. Neem een paar dagen de tijd om te wennen en beoordeel dan pas hoe u er met uw nieuwe kunstgebit uitziet. Pijn De eerste dagen zal uw kunstgebit nog niet echt lekker zitten. Het kan klemmen en pijn veroorzaken. Toch mag u het beslist niet uit uw mond halen, want het zit als een verband op de wonden. Vooral kauwen kan in het begin pijn veroorzaken. Eet alleen zachte dingen, zoals puree, gehakt en zacht fruit.
Waaraan moet ik wennen met mijn nieuwe kunstgebit?
Uw nieuwe kunstgebit zit waarschijnlijk niet meteen lekker. Het is nieuw en vooral anders. En daaraan moet u beslist wennen. Vooral in het begin zult u wat problemen ondervinden. Uw tandarts of tandprotheticus* zal u in de lastige beginperiode goed begeleiden, zodat u zo snel mogelijk aan uw nieuwe tanden en kiezen zult wennen. Ga voor de nacontrole en periodieke controle terug naar uw behandelaar. * Wij spreken hier kortweg over behandelaar. NB. Dit kan een tandarts zijn of een tandprotheticus. Een tandprotheticus is van oorsprong een tandtechnicus die gespecialiseerd is in het behandelen van patiënten met een kunstgebit. Uiterlijk Vooral als u in de spiegel kijkt, zult u erg moeten wennen. Uw bovenlip kan wat 'voller' zijn en uw gezicht wat minder ingevallen. Uzelf en mensen uit uw omgeving zullen even aan uw nieuwe verschijning moeten wennen. Eten Eten met uw nieuwe kunstgebit is wat onwennig. Zeker in het begin zult u voorzichtig aan moeten doen. U ervaart zelf het beste wat wél en niét kan. Neem de eerste dagen zacht voedsel, zoals puree, gehakt en zacht fruit. Probeer enkele dagen daarna een stukje vis en een aardappel. Weer later kunt u voedsel eten zoals vlees of een appel. Stukken afbijten kunt u met een kunstgebit beter niet doen. Snijd uw voedsel in stukjes en kauw rustig en gelijkmatig. Neem daarbij aan beide zijden een stukje voedsel in de mond. Neem er meer tijd voor dan dat u gewend bent. Praten Met uw nieuwe kunstgebit praat u in het begin wat onwennig. U slist bijvoorbeeld. Of bepaalde klanken klinken anders dan u gewend was. Het is alsof u met een volle mond praat. Dit is normaal. Uw mond moet nog wennen aan uw nieuwe kunstgebit. Meestal gaat het na enkele dagen een stuk beter. Oefen extra met die woorden of letters die nog niet helemaal naar uw zin klinken. Lees bijvoorbeeld de krant hardop.
Waardoor ontstaat ontstoken tandweefsel?
Door tandbederf of door een lekkende vulling kan uw tandweefsel ontstoken raken. Een harde klap op uw tand kan ook een aanleiding zijn. Bacteriën zijn meestal de veroorzakers van de ontsteking. Voelen uw tanden of kiezen gevoelig aan bij het drinken van koude of warme dranken? Dat kan een eerste signaal zijn. Soms geeft de ontsteking geen klachten, maar ook hevige pijnklachten komen voor. Uw tandarts moet het ontstoken tandweefsel verwijderen, anders zal het afsterven. Wanneer het tandweefsel niet wordt verwijderd, kan de ontsteking zich naar uw kaakbot uitbreiden. Hierdoor kan kaakbot rondom de tanden en kiezen verloren gaan. Uiteindelijk kan zoveel kaakbot verdwijnen dat de tanden en kiezen los gaan staan of zelfs uitvallen. U merkt een kaakbotontsteking bij het dichtbijten. Uw tand of kies kan dan te hoog aanvoelen.
Waardoor verkleuren tanden?
Als kleurstoffen uit voedings- en genotmiddelen de tand binnendringen, zien de tanden er donkerder uit. Dit gebeurt onder andere door roken en door het eten en drinken van koffie, thee, wijn, frisdrank, vruchtensap, of andere kleurstof bevattende etenswaren. Bij het ouder worden kunnen er barstjes in het glazuur komen. Hierdoor dringen kleurstoffen uit voedsel en dranken nog makkelijker in de tand of kies. De ouderwetse almagaamvulling kan ook verkleuringen geven. Ook kunnen aanslag en verkleuring van tandsteen de tanden donkerder kleuren. Deze verkleuringen ontstaan eveneens door koffie, thee, wijn en roken. Verder kunnen gek genoeg sommige mondverzorgingsproducten met tin en chloorhexidine verkleuringen geven. Vraag dit aan uw mondzorgprofessional. Aanslag kan de tandarts of mondhygiënist door een professionele gebitsreiniging verwijderen. Bleken is hiervoor niet de oplossing. Dode tanden (meestal als gevolg van een val of klap) kunnen van binnenuit verkleuren. Dit kan ook gebeuren na een wortelkanaalbehandeling.
Waarom krijg je een beugel?
Je krijgt een beugel als je tanden scheef staan of niet goed op elkaar passen. De beugel zorgt ervoor dat je tanden en kiezen weer netjes in de rij komen en goed op elkaar aansluiten. Ook je tanden poetsen gaat gemakkelijker. Zo krijg je weer een stralende glimlach en blijft je gebit beter gaaf en gezond. Van een mooi gebit word je blij!
Waarom maakt de tandarts röntgenfoto’s?
De tandarts onderzoekt de mond met een spiegeltje en een sonde (het ‘haakje’), maar daarmee kan hij alleen de buitenkant van de tanden en kiezen en het tandvlees zien en aftasten. Wat daaronder zit is niet bereikbaar. Wanneer de tandarts vermoedt dat er meer aan de hand is dan wat tijdens dit onderzoek kan worden ontdekt, maakt hij of zij een röntgenfoto. Met behulp van een röntgenfoto kan de tandarts eventuele afwijkingen in een vroeg stadium herkennen. Hoe eerder tandheelkundige problemen worden ontdekt, des te beter. Dan kunnen ze bijtijds worden behandeld, zodat ernstigere problemen worden voorkomen.
Waarom neemt de tandarts voor zichzelf extra maatregelen om zich te beschermen als hij of zij een röntgenfoto maakt?
U ontvangt maar één enkele keer röntgenstraling, maar de tandarts maakt veel vaker een röntgenfoto. Als de tandarts elke keer dicht bij u blijft staan, wordt hij onnodig vaak aan röntgenstraling blootgesteld. Daarom gaat de tandarts bij het maken van een röntgenfoto soms achter een deur of schot staan om zich tegen de röntgenstraling te beschermen.
Waarom wordt er geseald?
Wie zijn tanden zorgvuldig poetst, heeft weinig kans op het krijgen van gaatjes. Beginnende gaatjes kun je stoppen als je goed je tanden poetst. Sealen helpt de kiezen te beschermen tegen gaatjes als die groter worden. Het beschermt ze op die plaatsen waar ze het meest gevoelig zijn voor gaatjes, namelijk in de groefjes en putjes. Deze zijn kwetsbaar, vooral als ze diep en smal zijn. De haren van de tandenborstel kunnen de groefjes moeilijk schoonpoetsen. Sealen gebeurt meestal kort nadat de blijvende kies helemaal is doorgebroken. Dan is de kans op gaatjes het grootst.
Waaruit bestaat de behandeling voor een facing?
Het aanbrengen van een facing verloopt in een aantal stappen. Een facing van composiet brengt de tandarts in één behandeling aan. Een porseleinen facing wordt in een tandtechnisch laboratorium gemaakt. Daarom moet u minstens tweemaal naar uw tandarts. De behandeling in stappen voor een composiet facing Kiezen van de kleur Eerst kiest de tandarts in overleg met u de juiste kleur van uw facing. Het effect van de gewenste kleur kan de tandarts u direct laten zien. Hij heeft verschillende kleuren tot zijn beschikking die hij met elkaar kan combineren. U kunt het vergelijken met het mengen van verschillende soorten verf. Afslijpen van de tand Als het nodig is, slijpt de tandarts een heel dun laagje van het oppervlak van uw tand af. Zo maakt hij ruimte voor de facing. Als dit niet gebeurt, wordt uw tand iets dikker. Vastplakken van de facing Voordat uw tandarts de composiet aan uw tand plakt, behandelt hij uw tand voor met een zuur. Ook brengt hij een hechtlaag aan op uw tand. Op deze laag bevestigt hij de nog zachte composiet. In vorm brengen van de facing Nadat uw tandarts de composiet op uw tand heeft geplakt, boetseert hij het vulmateriaal eerst globaal in de juiste vorm. De tandarts beschijnt de composiet met een blauw licht als de gewenste vorm is bereikt. Hiermee maakt hij de composiet hard. Ten slotte slijpt hij de composiet in de gewenste vorm en polijst hij het oppervlak. Dan is de facing klaar. Als u de vorm of kleur niet goed vindt, kan uw tandarts de facing, na het wegslijpen van een laagje composiet, direct corrigeren. De behandeling in stappen voor een porseleinen facing Kiezen van de kleur Tijdens de eerste behandeling bepaalt uw tandarts in overleg met u de juiste kleur van de facing. Hij gebruikt daarvoor een kleurenstaal. Uw facing wordt vervolgens in het tandtechnisch laboratorium in deze kleur gemaakt. Afslijpen van de tand Bij een facing van porselein moet de tandarts bijna altijd glazuur wegslijpen. Een porseleinen facing moet namelijk minimaal een halve millimeter dik zijn. In vorm brengen van de facing Uw tandarts maakt een afdruk van uw tand. Die afdruk gaat naar het tandtechnisch laboratorium. Daar maken ze uw facing in de gewenste vorm. Vastplakken van de facing Tijdens de tweede behandeling brengt de tandarts de facing aan. Voordat de tandarts de facing aan uw tand plakt, behandelt hij uw tand voor met een zuur. Ook brengt hij een hechtlaag aan op uw tand. Op deze laag plakt hij de facing. Als u de vorm of kleur van de facing niet goed vindt, moet een geheel nieuwe facing in het tandtechnisch laboratorium worden gemaakt.
Wanneer is een behandeling met implantaten mogelijk?
In principe kan bij iedereen met volgroeid kaakbot (vanaf ongeveer achttien jaar) een implantaat worden geplaatst. Voor een succesvolle behandeling moet u wel aan enkele voorwaarden voldoen: Er moet voldoende kaakbot in hoogte én in breedte zijn. Het kaakbot moet gezond zijn. Ook het tandvlees van de resterende tanden moet gezond zijn. Is dat niet het geval dan moet dat eerst worden behandeld. De aangebrachte voorzieningen moeten goed worden onderhouden. Roken en bovenmatig alcoholgebruik hebben een nadelige invloed op het succes van de implantaten. De behandelaar beoordeelt aan de hand van röntgenfoto’s of u voldoende kaakbot heeft en of het kaakbot geschikt is om te implanteren. Soms is het nodig nieuw kaakbot te maken op plaatsen waar onvoldoende bot is.
Wanneer kan een brug nodig zijn?
1. Om beter te kunnen kauwen. 2. Verbetering van het uiterlijk. 3. Om te voorkomen dat tanden en kiezen scheef gaan staan en/of gaan uitgroeien. Als tanden en kiezen ontbreken, kunnen de tanden of kiezen van de andere kaak in de richting van de open ruimte groeien. Ook kunnen de tanden of kiezen aan weerszijden van de open ruimte naar elkaar toe groeien, waardoor ze scheef gaan staan.
Wanneer kan een kroon nodig zijn?
1. Er is onvoldoende houvast voor een vulling. Door tandbederf kan een groot deel van de tand of kies verloren zijn gegaan. 2. Verbeteren van het uiterlijk. Meestal gaat het daarbij om verkleurde en/of slecht gevormde tanden of kiezen die voor in de mond staan.
Wanneer maakt de tandarts röntgenfoto’s?
De tandarts maakt alleen röntgenfoto’s als er een bepaalde reden voor is. Deze reden kan heel verschillend zijn. Hier volgen enkele voorbeelden. 1. Onzichtbare gaatjes en wortelpuntontstekingen De tandarts maakt soms röntgenfoto’s als hij vermoedt dat er gaatjes tussen tanden en kiezen of onder een vulling zitten, of wanneer hij vermoedt dat er sprake is van een wortelpuntontsteking. 2. Samenstelling van het gebit Op röntgenfoto's kan men zien of alle tanden en kiezen, die bij kinderen nog moeten doorbreken, aanwezig zijn. 3. Ontstoken tandvlees Een veel voorkomend verschijnsel is ontstoken tandvlees. Hierdoor kan het bot rondom de tanden en kiezen verdwijnen. 4. Tandwortelrest Indien in het verleden een tand of kies getrokken is, kan het soms voorkomen dat een deel van de tandwortel in de kaak is achtergebleven. Soms kan dit klachten veroorzaken. Op een röntgenfoto kan de tandarts zien of er zich nog een wortelrest in de kaak bevindt. Ook van de tandeloze kaken kunnen foto’s gemaakt worden om te controleren of er nog wortelresten in de kaak aanwezig zijn. Vaak moeten deze worden verwijderd.
Wanneer worden glasionomeer en compomeer gebruikt?
Glasionomeer en compomeer zijn vanwege hun geringere sterkte op minder plaatsen in het gebit toepasbaar. Glasionomeer wordt toegepast op weinig kwetsbare plekken in het melk- en blijvend gebit, bijvoorbeeld op plekken waar bij kauwen nauwelijks kracht op wordt uitgeoefend. Compomeer wordt met name toegepast in het melkgebit. Melktanden en -kiezen slijten sneller dan blijvende elementen. Vullingen van compomeer slijten even snel mee en zijn daarom ideaal voor het melkgebit. De vulling komt dan immers niet boven de tand of kies uit te steken.
Wanneer worden implantaten toegepast?
Bij het ontbreken van één tand of kies, wordt een implantaat ter plaatse van het ontbrekende gebitselement in de kaak geplaatst en wordt daarop een kroon van keramiek of een combinatie van keramiek met metaal vastgezet.. Bij het ontbreken van enkele tanden of kiezen plaatst men twee of meer implantaten en maakt men een vastzittende brug. Deze brug vervangt de ontbrekende tanden en/of kiezen. Bij het ontbreken van alle tanden en kiezen worden twee of meer implantaten geplaatst. Daarop worden knopjes of staafjes gemaakt waarop een overkappingsprothese vastklikt. Deze is uitneembaar, maar zit wel veel vaster dan een normale gebitsprothese. Soms wordt er een niet-uitneembare brug op vervaardigd, maar dan heb je wel tenminste vier implantaten nodig en is de behandeling veel duurder omdat de verzekeraar een dergelijke behandeling in het algemeen niet vergoedt.
Wanneer wordt composiet gebruikt?
Composiet wordt gebruikt voor het vullen van gaatjes in tanden en kiezen in het blijvend gebit. Ook kan de tandarts met composiet afgebroken tanden herstellen. In veel gevallen kan hij met composiet ook verkleurde tanden of tanden met een afwijkende vorm mooier maken.
Wat bepaalt de kleur van uw tanden?
De kleur van tanden en kiezen is bij iedereen verschillend. De een heeft wittere tanden dan de ander. Sommigen hebben gele, anderen bruine of grijze tanden. Ook in één mond hebben tanden en kiezen niet allemaal dezelfde kleur en wijken soms duidelijk van elkaar af. Tanden en kiezen zijn opgebouwd uit tandbeen en glazuur. De kleur en de dikte van het tandbeen zijn vooral bepalend voor de kleur. Het glazuur van tanden en kiezen is nagenoeg doorzichtig, maar geeft een witte gloed aan de tanden. Hoektanden hebben een dikkere laag tandbeen dan de overige tanden en zijn daarom vaak geler. Je tanden worden donkerder naarmate je ouder wordt. De vorming van tandbeen gaat namelijk altijd door. De glazuurlaag wordt juist dunner door slijtage. In uitzonderlijke gevallen kunnen ziekten of medicijnen, tijdens de vormingsfase, verkleuringen geven.
Wat doe ik als het nieuwe kunstgebit pijn doet?
Het dragen van uw nieuwe kunstgebit kan in het begin pijnlijk zijn. Het zit strak tegen uw kaken aan. Op sommige plaatsen misschien wel iets té strak. Daardoor kunnen gevoelige drukplaatsen ontstaan. Door een kleine correctie aan uw kunstgebit kan uw behandelaar deze pijn meestal wegnemen. Vijl of schuur nooit zelf aan uw kunstgebit! Voor een goed resultaat is het belangrijk dat u uw kunstgebit in uw mond houdt. Probeer er direct mee te praten en te eten. De behandelaar controleert uw kunstgebit enkele dagen nadat het geplaatst is. Heeft u vanwege de pijn of de onwennigheid toch besloten uw kunstgebit uit te doen? Doe het dan minstens een halve dag voor u naar de behandelaar gaat weer in! Anders kan hij de pijnlijke plekken niet herkennen. Laat u zich er niet toe verleiden uw oude kunstgebit weer in te doen. Dat maakt het wennen aan de nieuwe alleen maar moeilijker. Met uw nieuwe kunstgebit is het vaak een kwestie van doorzetten!
Wat doe ik na een behandeling met implantaten?
Regelmatige controle is noodzakelijk. De behandelaar geeft aan wanneer hij u wil terugzien voor controle. Hij zal dan kijken of het tandvlees om de implantaten gezond is en of uw kroon, brug of prothese nog op orde is. Met behulp van een röntgenfoto wordt de situatie van het kaakbot rondom uw implantaten beoordeeld.
Wat gebeurt er bij het maken van röntgenfoto’s?
Voor het maken van een röntgenfoto richt de tandarts het röntgenaparaat op het te fotograferen gedeelte van het gebit of de kaak. Vervolgens schakelt hij of zij het röntgenapparaat korte tijd in, meestal een halve tot anderhalve seconde. Gedurende die tijd komt de straling uit het apparaat, dringt door het gebit en de kaak en valt op de film. Wanneer het filmpje is ontwikkeld, zien we daarop lichte en donkere gedeelten. Op de plaats van de lichte gedeelten is weinig straling doorgelaten, daar zitten de harde weefsels. Donkere gedeelten ontstaan daar waar de straling gemakkelijk door de weefsels heen kan dringen.
Wat gebeurt er nadat een implantaat is geplaatst?
Na plaatsen van de implantaten kan het tandvlees ter plaatse pijnlijk en gezwollen zijn. Daarvoor krijgt u zonodig een pijnstillend middel voorgeschreven. Ook is het verstandig gedurende één of twee weken na het aanbrengen van implantaten uw voeding aan te passen. Uw behandelaar kan u daarbij adviseren. De eerste maanden na plaatsen mag u de implantaten niet te zwaar belasten. Een tijdelijk geplaatste voorziening waarborgt de kauwfunctie en de esthetiek zoveel mogelijk. Twee tot zes maanden na het inbrengen zitten de implantaten stevig in het bot vastgegroeid en kan de tandarts of een tandprotheticus (in geval van een overkappinsprothese) hierop de kroon, de brug of de prothese maken. Hij neemt daarvoor onder plaatselijke verdoving soms eerst een klein stukje van het tandvlees boven het implantaat weg.
Wat gebeurt er tijdens een wortelkanaalbehandeling?
Tijdens een wortelkanaalbehandeling verwijdert de tandarts het ontstoken tandweefsel. Ontstoken tandweefsel geneest niet meer. Het is een onomkeerbaar proces. Daarom haalt uw tandarts het ontstoken weefsel weg. Een wortelkanaalbehandeling wordt ook wel kanaal- of zenuwbehandeling genoemd. De wortelkanaalbehandeling De wortelkanaalbehandeling gebeurt onder plaatselijke verdoving als uw tandweefsel nog (gedeeltelijk) 'levend’ is. Een verdoving is soms niet nodig als uw tandweefsel al is afgestorven. Vaak maakt uw tandarts een of meer röntgenfoto’s. Zo heeft hij een goede controle over het verloop van de behandeling. Uw tandarts maakt eerst uw tand of kies open en verwijdert het ontstoken weefsel. Daarna reinigt hij het kanaal met kleine vijltjes en spoelt hij het met een desinfecterende spoelvloeistof. Vervolgens worden de kanalen gevuld. Na de wortelkanaalbehandeling maakt uw tandarts uw tand of kies weer dicht met een vulling. Als de kies is verzwakt, kan een kroon nodig zijn. Een tand of kies die op deze wijze is behandeld, kan nog lange tijd mee.
Wat kan ik de tandarts vragen om mijn angst te verminderen?
Je kunt de tandarts vragen of: hij meer tijd voor je kan uittrekken dan gebruikelijk is. hij de eerste keer alleen maar wil kijken of een foto kan maken. hij alles van tevoren goed wil uitleggen, zodat je weet wat er gaat gebeuren. hij je alle instrumenten wil laten zien en uitleggen waarvoor ze gebruikt kunnen worden. hij je tijdens de behandeling precies wil vertellen wat hij gaat doen en hoe lang het nog duurt. hij je wil laten meekijken met een spiegeltje (of juist niet!). hij wil stoppen met de behandeling zodra jij je hand opsteekt. Je je discman kunt meenemen met je favoriete muziek. Je iets kunt vasthouden (favoriete knuffeldier, sjaal). je andere oplossingen kunt aandragen waardoor je angstgevoelens afnemen.
Wat kan ik doen om minder angstig te zijn bij de tandarts?
Wat je zelf kunt doen om minder angstig te zijn Zoek een tandarts die goed met bange patiënten kan omgaan: misschien kent iemand in je omgeving een dergelijke tandarts, of anders je huisarts of verzekeraar. Vertel je tandarts dat je angstig bent en wanneer dat is begonnen. De tandarts is bekend met dergelijke problemen en kan veel doen om je wat minder angstig te laten zijn. Als het niet klikt tussen jou en de tandarts, spreek daar met je tandarts over. Doe ademhalingsoefeningen of tel tot 500 als de angst je overvalt. Als je een ontspannend of kalmerend middel wilt nemen, bespreek dat dan met je tandarts.
Welke behandelingen bij de tandarts zijn er?
Na het onderzoek van de tanden en kiezen en het tandvlees kan het voorkomen dat er een of meer tandheelkundige behandeling nodig zijn. Hieronder vindt u meer informatie over enkele tandheelkundige behandelingen:
(Witte) vullingen
Kroon of brug
Wortelkanaalbehandeling
Instructie bij ontstoken tandvlees
Behandeling van verkleuringen
Partiële prothese
Overkappingsprothese
Implantaten
Facings
Zie ook:
Verdoving
Behandelingen bij kinderen
Welke behandelingen kan de tandarts tijdens het wisselen bij kinderen uitvoeren?
Gaatjes in het melkgebit Het meest voorkomende probleem bij het melkgebit zijn gaatjes, ook wel cariës genoemd. Meestal beginnen die in de kiezen. Gaatjes kun je voorkomen door zorgvuldig tandenpoetsen en een verstandig voedingspatroon. Ook kun je hiermee beginnende gaatjes stoppen en voorkomen dat een gaatje groter wordt. De tandarts of mondhygiënist zal een passend advies geven over voeding en tandenpoetsen. Gaatjes die toch groter worden, kunnen pijn of ontstekingen veroorzaken. Daardoor kan ook schade ontstaan aan het blijvend gebit. Soms moet de tandarts of mondhygiënist de cariës verwijderen (boren) en de kies vullen. Hij legt jou en je zoon of dochter graag uit waarom hij voor welke aanpak kiest. Het is om verschillende redenen belangrijk dat een gaatje (cariës) in een melkkies of -tand niet groter wordt: Een gaatje kan leiden tot pijn en ontstekingen. De melkkies moet nog een tijd functioneren om ruimte vrij te houden voor de kies van het blijvend gebit. Een ontsteking in het melkgebit kan het blijvend gebit aantasten. Sealen Kiezen hebben veel groefjes op het kauwvlak. Daarin ontstaat makkelijk tandplak. Niet regelmatig verwijderde tandplak kan gaatjes veroorzaken. Goed poetsen dus! Als de tandarts of mondhygiënist ziet dat er in het kauwvlak een gaatje ontstaat, kan hij besluiten een laagje aan te brengen. Dit heet sealen. Diepe groeven kan hij door het sealen afdichten. Alleen de blijvende kiezen komen normaal gesproken in aanmerking om te sealen. Dit gebeurt meestal kort nadat ze helemaal zijn doorgebroken. Ook gesealde kiezen moet je goed poetsen. Extra fluoride Als er gaatjes dreigen te ontstaan, kan de tandarts extra fluoridegebruik adviseren. Zo kan hij adviseren een keer extra de tanden te poetsen of een fluoridemondspoelmiddel te gebruiken. De tandarts kan ook besluiten zelf extra fluoride aan te brengen met behulp van een kwastje of in een lepel. Tandenpoetsen blijft de basis van de gebitsverzorging.
Welke beugel krijg ik en wanneer moet ik die dragen?
Er zijn verschillende soorten beugels die verschillende dingen kunnen. Met een slotjesbeugel (brackets (de slotjes) die op je tanden vastzitten) kunnen tanden en kiezen worden verplaatst om ze recht te zetten. Er zijn verschillende soorten slotjes: wit of van metaal, met of zonder verend klepje. Een afwijkende kaakstand kan worden behandeld met een blokbeugel of een buitenboordbeugel. Als er ruimtegebrek is kun je soms met een beugel wat extra ruimte maken, in andere gevallen is het beter om blijvende kiezen te verwijderen. De keus voor een beugel hangt helemaal af van de stand van jouw gebit, hoever je bent met de wisseling van je gebit en van je groei. Dat geldt ook voor de draagtijden. Hoe meer je de beugel draagt, hoe beter hij werkt! Je spreekt dit allemaal af met de orthodontist of tandarts.
Welke bleekmethoden zijn er?
Bleken van buitenaf bij gezonde tanden Thuisbleken onder begeleiding van de tandarts of mondhygiënist Betreft de verkleuring aanslag dan is zoals bovenstaand beschreven bleken niet de oplossing. Vraag uw mondzorgprofessional uw tanden te reinigen. Is de verkleuring in het tandoppervlak of vind je de kleur van de tand te donker, dan kun je van buitenaf bleken. Dat gebeurt met behulp van een bleeklepel. Eerst maakt de tandarts of mondhygiënist een afdruk van je gebit. Hiermee maakt de tandtechnicus in het tandtechnisch laboratorium een bleeklepel van een zachte transparante kunststof, die precies over je gebit past en ruimte laat voor de bleekgel. Een goed passende bleeklepel is belangrijk, om irritatie van het tandvlees te voorkomen. De bleeklepel is de mal waarmee je de blekende gel op de tanden aanbrengt. De gel bevat 3 tot maximaal 6% waterstofperoxide. Na een goede instructie hoe je de gel moet aanbrengen en wanneer je de bleeklepel moet dragen, krijg je de bleeklepel en enkele spuitjes bleekgel mee naar huis. Daarom wordt deze methode ook wel ‘thuisbleken’ genoemd. De tandarts geeft aan hoe lang je de bleeklepel met de gel (meestal ‘s nachts) moet dragen voor het gewenste resultaat. Afhankelijk van de verkleuring zie je na enkele dagen of weken effect. Uiteindelijk duurt de behandeling twee tot drie weken. Tijdens het bleken kunnen je tanden en tandvlees tijdelijk gevoelig worden. Raadpleeg je tandarts of mondhygiënist als deze klacht optreedt en vraag om een aangepaste instructie. Bleken van binnenuit bij ‘dode’ tanden Eerst maakt de tandarts een opening aan de achterkant van de tand. Hierin brengt hij een papje of gel aan met het blekend middel. Deze producten hebben enkele dagen een blekende werking. Afhankelijk van het behaalde resultaat herhaalt de tandarts de behandeling één of meerdere keren. Uiteindelijk sluit hij de tand af met een definitieve vulling. Versnelde bleekbehandelingen Sommige mondzorgpraktijken en bleekwinkels bieden een versnelde bleekbehandeling aan. Soms gebruiken ze een lamp om de gel te verwarmen en zo het proces te versnellen. Het is niet duidelijk of dit daadwerkelijk een beter resultaat geeft. Omdat in de praktijk geen sterkere bleekmiddelen gebruikt mogen worden dan voor thuisbleken, is het onmogelijk in één keer hetzelfde resultaat te behalen als met de thuisbleekmethode. Ook wordt met alternatieve bleekmaterialen geëxperimenteerd. Onderzoek over de resultaten met deze nieuwe materialen is nog niet beschikbaar.
Wie plaatst de implantaten en plaats de prothetische voorziening?
Implantaten kunnen door een tandarts die zich in de implantologie heeft bekwaamd, een tandarts-implantoloog of een kaakchirurg worden aangebracht. De kroon of brug op de implantaten wordt door een tandarts(-implantoloog) gemaakt in samenwerking met een tandtechnisch laboratorium. In geval van een overkappinsprothese op de implantaten kan de behandelaar een tandarts of tandprotheticus zijn. Deze laatste is geen tandarts, maar iemand die specifiek is opgeleid om gebitsprothesen te maken.
Witte tanden, ook voor mij?
Laat de tandarts of mondhygiënist eerst je gebit beoordelen. Die moet vaststellen dat je tanden gezond en vrij van gaatjes zijn en je vullingen in orde. Daarna bekijkt hij de kleur van je tanden. Is er sprake van verkleuring? Wat is de oorzaak ervan? Heb je veel vullingen, kronen of bruggen in je mond? Is aanslag de oorzaak van de verkleuring? Is het resultaat dat je voor ogen hebt realistisch? Bleken is niet altijd de enige of beste oplossing. Vullingen, kronen en bruggen kleuren niet mee en kunnen na het bleken op een storende manier zichtbaar worden. Je mondzorgverlener zal adviseren of bleken voor jou zinvol is en wat het resultaat zal zijn.
Worden kronen en bruggen door de verzekering vergoed?
De vergoedingen variëren per verzekering. In de polis van uw ziektekostenverzekering staat op welke vergoedingen u recht heeft.
Zijn er extra voorzieningen bij mijn overkappingsprothese mogelijk?
Soms blijkt na verloop van tijd dat uw overkappingsprothese minder houvast heeft dan u had verwacht. Soms kan uw tandarts dan extra voorzieningen aanbrengen. Zo kan hij bijvoorbeeld drukknopjes in de wortels en in het kunstgebit aanbrengen of gouden kapjes op de wortels aanbrengen, die hij door een staafje met elkaar verbindt. In het kunstgebit brengt hij een huls aan die precies over dit staafje past. Hierdoor kan het kunstgebit als het ware worden vastgeklikt. Dit systeem kan, net als de drukknopjes, aanzienlijk meer houvast geven aan de overkappingsprothese. In beide gevallen heeft u dan een geheel nieuw kunstgebit nodig.
Zijn witte vullingen schadelijk voor de gezondheid?
Het is niet aangetoond dat het gebruik van witte vullingen schadelijk is voor de gezondheid. Wie na het aanbrengen van de vulling klachten krijgt, doet er goed aan dit aan de tandarts te melden.
Kinderen
De tanden van het blijvend gebit breken scheef door. Is dat erg?
De tanden van het blijvend gebit kunnen enigszins scheef doorbreken. Soms breken veel tanden tegelijk door. Dan lijkt het net alsof er ‘teveel’ tanden en kiezen in dat kleine mondje zijn gekomen. Dat is niet erg, want de kaak groeit nog even door. Dan komt er dus meer ruimte voor het blijvend gebit. Vaak komt het met de stand van de tanden uiteindelijk vanzelf goed.
Doen kaaskiezen pijn?
Kaaskiezen zijn gevoelig en kwetsbaar. Het glazuur is van mindere kwaliteit. De kies slijt daardoor sneller. Zo kunnen er vlugger gaatjes in ontstaan. Binnen korte tijd kunnen grote delen van een kies worden aangetast of afbrokkelen. Kaaskiezen kunnen pijn doen. Veel kinderen ontwijken gevoelige kiezen tijdens het tandenpoetsen. Daardoor ontstaan er nog eerder gaatjes en nog meer gevoeligheid. Kaaskiezen worden niet of slecht beschermd tegen aanvallen van buitenaf. Eten of drinken van warme, koude, zoete of juist zure producten kan pijnlijk zijn.
Duim of speen?
Zuigen is een natuurlijke, instinctmatige behoefte van een baby. Kinderen zuigen graag op hun duim of speen. Meestal levert dit geen problemen op voor het melkgebit. Als de blijvende snijtanden doorbreken, kan het zuigen de boventanden en de kaak naar voren duwen. Duimt je baby? Geef dan liever een dental speen. Een kind stopt zijn duim sneller en vaker in de mond. Een speen kun je makkelijk weghalen. Daarom is speenzuigen meestal ook makkelijker af te leren. Leer sowieso het duim- of speenzuigen zo vroeg mogelijk af, maar in ieder geval vóór het doorbreken van het blijvend gebit.
Een gaaf gebit is mogelijk
Ieder gebit kan gaaf blijven als je zorgvuldig tanden poetst met fluoridetandpasta en niet meer dan 7x per dag eet of drinkt. Probeer zo min mogelijk voedsel of dranken met suiker te nuttigen.
Fluoride
Fluoride is een natuurlijke stof die de tanden en kiezen minder kwetsbaar maakt voor zuuraanvallen van bacteriën. Het gebruik van de juiste hoeveelheden fluoride helpt zo gaatjes in tanden en kiezen te voorkomen. De hoeveelheid fluoride in fluoridepeutertandpasta is aangepast aan de leeftijd. In tandpasta voor volwassenen zit meer fluoride. Stap hierop over als je kind 5 jaar wordt. Of gebruik bij kinderen vanaf 5 jaar tandpasta waarop staat ‘kinder’ of ‘junior’. Kijk dan altijd naar de leeftijd die hierbij wordt aangegeven (bijvoorbeeld 5-12 jaar).
Gezonde voeding, ook gezond voor je gebit?
Behalve zorgvuldig tandenpoetsen is het zeker zo belangrijk te letten op de voeding van je kind. Zorg ervoor dat je kind niet meer dan 7x per dag eet of drinkt. Dat is 3x een maaltijd en maximaal 4x per dag een tussendoortje, maar liefst minder. Laat je zoon of dochter niet aan zoetigheid wennen en voeg aan voedsel en dranken geen suiker of honing toe. Drink bij voorkeur kraanwater. Verwacht je problemen hiermee? Bespreek dit met de mondzorgverlener. Kies voor kraanwater in plaats van zoete dranken. Fris- en vruchtendranken bevatten ook zuren. Ook dit zuur kan schade veroorzaken aan het gebit. We noemen *) waar staat kind en ouders, kan ook gelezen worden dit tanderosie.
Hebben alle kinderen even veel kans op gaatjes?
Of je kind een gaatje krijgt, hangt af hoe goed zijn tanden worden gepoetst en of er veel gesnoept of zoet gedronken wordt. Bij weinig suikergebruik en zorgvuldig tandenpoetsen, kan ieder gebit gaaf blijven.
Hebben kinderen met kaaskiezen meer gaatjes?
Kinderen met kaaskiezen hebben meer gaatjes dan leeftijdsgenoten zonder kaaskiezen. Heeft een kind kaaskiezen in zijn melkgebit? Dan heeft het een grotere kans op de ontwikkeling van kaaskiezen in zijn blijvend gebit. In Nederland heeft 5-9% van de kinderen kaaskiezen in het melkgebit. In het blijvend gebit heeft 9-14% van de kinderen één of meerdere kaaskiezen. Kinderen met kaaskiezen in het blijvend gebit, hebben ook kans op een wit-gele verkleuring van de blijvende voortanden.
Heeft fluoride bijwerkingen?
Internationaal wordt fluoride sterk aanbevolen om tandcariës te voorkomen. In de aanbevolen dosering treden geen bijwerkingen op.
Hoe ervaren kinderen het sealen?
Kinderen ervaren het sealen vaak als een echte behandeling. De meeste kinderen kunnen die goed verdragen. Wat is voor mijn kind belangrijk om te weten? Jonge kinderen hebben meestal moeite om hun mond langere tijd open te houden. Vertel uw kind hoe de behandeling verloopt. Als je kind weet wat er gebeurt, is de kans groter dat de behandeling vlot verloopt.
Hoe kan fluoride het beste worden toegepast?
Tandenpoetsen is de beste manier om fluoride te gebruiken. Fluoride zit in de meeste tandpasta's.
Hoe kan ik het gebit van mijn kind goed poetsen?
Om tandbederf en ontstoken tandvlees bij je kind te voorkomen, is het belangrijk dat je de tanden van je kind goed poetst. Denk daarbij aan het volgende: Poets de tanden 1x per dag zodra het eerste tandje is doorgebroken met fluoridepeutertandpasta. Gebruik een peutertandenborstel met zachte haren. De kleine borstel komt gemakkelijk bij alle tanden en kiezen. Druk niet te hard. Bij kinderen tot 2 jaar is het voldoende als je de tanden 1x per dag poetst. Poets de tanden van kinderen vanaf 2 jaar 2x per dag. Poets in een vaste volgorde volgens de 3 B’s: Binnenkant, Buitenkant, Bovenkant. Poets altijd de rand van het tandvlees mee. Via de schrobmethode poets je het kindergebit eenvoudig en efficiënt. Maak korte horizontale overlappende bewegingen. Je kunt ook een elektrische tandenborstel voor kinderen gebruiken. Maak je kind op speelse wijze met tandenpoetsen vertrouwd. Maak er een dagelijks herkenbaar ritueel van. Beschouw het begin als een gewenningsfase. In die periode is het aanbrengen van fluoride met de tandpasta belangrijker dan dat je overal met de borstel komt. Poets de puntjes van de nieuwe tanden die doorbreken meteen mee. Dat geldt zowel voor het melkgebit als voor het blijvend gebit. Het glazuur van net doorgebroken tanden en kiezen is nog niet sterk. Ze zijn dus extra gevoelig voor het krijgen van gaatjes. De eerste blijvende kies breekt achter de laatste melkkies door. Omdat deze lager staat, is hij lastig te zien. Poets deze nieuwe kies óók goed. Zet de borstel daar dwars op de tandenrij. Stimuleer kinderen vanaf 2 jaar om ook zelf hun tanden te poetsen. Daarmee wordt het een gewoonte. Poets wel de tanden dagelijks na, want je zoon of dochter kan het zelf nog niet goed genoeg. Blijf je kind napoetsen totdat het 10 jaar oud is. Zorg ervoor dat je goed zicht in de mond hebt en er voldoende steun is voor het hoofd van je kind als je (na)poetst. Probeer uit welke poetshouding voor jou het prettigst is. Ga bijvoorbeeld schuin achter je kind staan. Als je met je hand de kin ondersteunt, rust het hoofd tegen je bovenlichaam. Buig een beetje over je kind heen, zodat je goed ziet waar je poetst. Of ga voor je kind staan en laat het met het hoofd bijvoorbeeld tegen de muur rusten. Ondersteun de kin met je ene hand, terwijl je met de andere poetst. Op deze manier kun je goed zien waar je poetst. Neem je kind als het eerste tandje doorbreekt mee naar de tandarts of mondhygiënist. Dan heeft het voldoende tijd om te wennen aan de omgeving en aan de mensen die er werken.
Hoe luidt het Basisadvies Fluoride?
0 en 1 jaar Vanaf het doorbreken van het eerste tandje: 1x per dag poetsen met fluoride-peutertandpasta. 2, 3 en 4 jaar 2x per dag poetsen met fluoride-peutertandpasta. 5 jaar en ouder 2x per dag poetsen met fluoridetandpasta voor volwassenen. Je kunt ook tandpasta gebruiken waarop staat 'kinder' of 'junior'. Kijk dan altijd naar de leeftijd die hierbij wordt aangegeven (bijvoorbeeld 5-12 jaar). Als je twijfelt, raadpleeg dan je tandarts of mondhygiënist. Voor alle leeftijden Raadpleeg voor alle andere vormen van fluoridegebruik je tandarts of mondhygiënist.
Is een elektrische tandenborstel ook geschikt voor kinderen?
Ja, zodra kinderen een tandenborstel kunnen vasthouden, kunnen ze ook elektrisch poetsen. Er zijn speciale elektrische tandenborstels en opzetborstels voor kinderen. Die zijn kleiner en daarom geschikt voor de kindermond. Poetsen met een elektrische tandenborstel is juist leuk voor kinderen. Het kan bijdragen aan de motivatie om het gebit goed te verzorgen. Zeker voor de ouders is de elektrische tandenborstel een handig hulpmiddel. Met de elektrische tandenborstel kunnen ouders makkelijk en goed napoetsen. Begeleid uw kind bij het tandenpoetsen totdat het tien jaar oud is. Dit geldt zowel voor elektrische als gewone tandenborstels.
Kan het kwaad als kinderen tandpasta doorslikken?
Het kan geen kwaad als kinderen bij het poetsen tandpasta doorslikken.
Liever een beker dan een flesje?
Gebruik vanaf 9 maanden een beker zonder tuit in plaats van een zuigflesje of anti-lekbeker. Gebruik een tuitbeker eventueel eerst als tussenstap. ‘s Avonds en ‘s nachts is het drinken uit een zuigflesje met zoete inhoud of melk extra schadelijk. ‘s Nachts is er minder speeksel om je gebit te beschermen. Een flesje met water mee naar bed kan altijd. Vaak sabbelen aan een zuigflesje of anti-lekbeker met bijvoorbeeld vruchtensap, siroop, drinkyoghurt of andere melkproducten kan het gebit aantasten. Het gebit komt langdurig met suikers in aanraking. Hierdoor krijgt (zuigfles)cariës meer kans. Laat je kind hun zoete drankjes in één keer opdrinken. Kies vaker voor kraanwater in plaats van zoete dranken.
Moet ik napoetsen bij kinderen?
Meestal willen kinderen al op zeer jonge leeftijd zelf hun tanden poetsen. Dat is prima. Stimuleer dat vooral. Maar ze poetsen nog niet overal even goed. Daarom is hulp nodig! Goed tandenpoetsen gaat niet vanzelf, dat moet een kind leren. De informatie geldt voor kinderen tot en met 12 jaar. Poetsen… en nog eens poetsen Kinderen tot ongeveer 10 jaar maken hun tanden en kiezen nog niet echt goed schoon. Poets daarom de tanden en kiezen bij kinderen tot die leeftijd ten minste 1x per dag na, ook als je kind elektrisch poetst. Met het napoetsen maak je tevens duidelijk hoe belangrijk deze dagelijkse verzorging is. Zo wordt tandenpoetsen een goede gewoonte. Ook na het 10e jaar blijft het belangrijk om het tandenpoetsen te begeleiden en te controleren.
Tandenpoetsen bij kinderen, waarmee doe je dat?
Gebruik een tandenborstel met een kleine borstelkop met zachte haren. Zo kom je overal makkelijk bij. Zodra kinderen een tandenborstel kunnen vasthouden, kunnen ze ook elektrisch poetsen. Er zijn speciale elektrische tandenborstels en opzetborstels voor kinderen. Die zijn kleiner en daarom geschikt voor de kindermond. Poetsen met een elektrische tandenborstel is niet beter maar kan bijdragen aan de motivatie om het gebit goed te verzorgen. Kies een tandpasta met fluoride. Fluoride zorgt voor de versterking van het glazuur. Voor kinderen tot en met 4 jaar zijn er speciale peutertandpasta’s. Hierin zit minder fluoride. Gebruik voor kinderen vanaf 5 jaar fluoridetandpasta voor volwassenen. Je kunt ook tandpasta gebruiken waarop staat ‘kinder’ of ‘junior’. Kijk dan altijd naar de leeftijd die hierbij wordt aangegeven (bijvoorbeeld 5-12 jaar).
Vanaf welke leeftijd neem je je kind mee naar de tandarts?
Neem je kind als het eerste tandje doorbreekt mee naar de mondzorgpraktijk. Als je zelf voor controle gaat bijvoorbeeld. De tandarts of mondhygiënist legt uit hoe je het kindergebit het beste kunt verzorgen. Ook leer je al vroeg de juiste voedings- en poetsgewoonten voor je kind. Als je kind op jonge leeftijd in de mondzorgpraktijk komt, krijg het voldoende gelegenheid te wennen en raakt het vertrouwd met de omgeving en de medewerkers. Je behandelaar geeft aan wanneer je kind weer in de praktijk moet terugkomen.
Vanaf welke leeftijd wisselen kinderen hun tanden?
De meeste kinderen wisselen hun tanden vanaf hun 6e jaar. De wisselperiode is een heel belangrijke fase in de ontwikkeling van het blijvend gebit. Het doorbreken van de tanden en kiezen van het blijvend gebit gaat volgens een bepaald patroon (zie tekening). De blijvende tand of kies lost als het ware de wortels van de melktand of -kies op. Hierdoor raakt de melktand of -kies los en valt uit. De blijvende tand of kies komt ervoor in de plaats. Veel kinderen en ouders merken niet dat de eerste blijvende kiezen doorbreken. Dit gebeurt meestal al voordat de voortanden wisselen. Ze breken achter de laatste melkkies door. Hierdoor liggen ze een beetje verscholen. De verzorging van deze kiezen is erg belangrijk. Het glazuur van de pas doorgebroken kies is nog erg poreus en kwetsbaar. Poets de puntjes van de nieuwe kiezen meteen mee zodra ze zijn doorgekomen. Rond het 12e jaar breken, achter de eerste blijvende kiezen, opnieuw blijvende kiezen door. Ook die zijn net na het doorbreken extra gevoelig voor het krijgen van gaatjes. De verstandskiezen zijn de laatste kiezen die doorbreken. Sommige mensen krijgen geen verstandskiezen. Als nieuwe kiezen doorkomen, zwelt vaak het tandvlees op. Dat is normaal. Het kan pijn doen, maar je hoeft niet ongerust te zijn.
Waar moet ik met eten en drinken op letten bij het kindergebit?
Behalve goed poetsen, napoetsen en controle door de tandarts of mondhygiënist, is het belangrijk dat je goed op de voeding van je kind let. Op en tussen de tanden en kiezen ontstaat tandplak: een nauwelijks zichtbaar, plakkerig wit-gelig laagje. De bacteriën in de tandplak zetten suikers (bijvoorbeeld uit snoep, koek, frisdrank en fruit) en zetmeel (bijvoorbeeld uit aardappels, pasta, brood of crackers) in de mond om in zuren. Die zuren veroorzaken gaatjes (cariës) in het gebit. Frisdrank, vruchten(sap) en bijvoorbeeld sportdrank bevatten behalve suikers ook zuren. Deze zuren kunnen het tandglazuur oplossen. Deze vorm van slijtage heet tanderosie. Beperk om gaatjes en tanderosie te voorkomen het aantal eet- en drinkmomenten tot maximaal 7 per dag: 3x een maaltijd en maximaal 4x per dag een tussendoortje. Stimuleer je kind kraanwater te drinken.
Waarom is de verzorging van het melkgebit belangrijk?
In de kleine mond van een kind passen geen volwassen tanden. Daarom krijg je eerst het melkgebit. Het melkgebit is belangrijk om te bijten, kauwen, spreken en slikken. Het melkgebit beïnvloedt de ontwikkeling van het gezicht en de kaken. Bovendien speelt het een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het blijvend gebit. Een kind wisselt zijn melkgebit vanzelf voor het blijvend gebit. Je zou kunnen denken dat het daarom niet belangrijk is het melkgebit goed te verzorgen. Niets is minder waar. Een slechte verzorging kan gaatjes en tandvleesontsteking veroorzaken. Dit kan pijn doen, waardoor je kind slechter eet, zich niet lekker voelt of minder goed slaapt. Een slechte verzorging van het melkgebit kan ook het blijvend gebit beïnvloeden. Dat gebeurt bijvoorbeeld als melktanden of -kiezen voortijdig verloren zijn gegaan. Dan is er vaak te weinig ruimte voor het blijvend gebit.
Wanneer begint de zorg voor de mongezondheid van mijn kind?
Als de baby er is, wil je natuurlijk ook goed voor het kindergebit en zijn mondgezondheid zorgen. Die zorg begint zodra het eerste tandje is doorgebroken. De leeftijd waarop kinderen hun eerste tandjes krijgen verschilt per kind. Doorgaans breekt de eerste melktand door tussen de zes en negen maanden. Tips voor een gezond kindergebit: Poets zodra het eerste tandje is doorgebroken zorgvuldig met een speciale kindertandenborstel en gebruik fluoridepeutertandpasta. Poets de tanden van je kind tot het tweede jaar één keer per dag. Ga vanaf het tweede jaar tweemaalper dag poetsen. Stap zo vroeg mogelijk over van een zuigfles op een drinkbeker. De meeste kinderen kunnen al vanaf negen maanden uit een beker leren drinken. Beperk het gebruik van de zuigfles.Vaak kleine beetjes sap sabbelen uit een zuigfles kan het melkgebit op ernstige wijze aantasten. Geef geen flesje mee naar bed. Ook niet met melk. Want ook in melk zit van nature suiker dat tandbederf kan veroorzaken. Een flesje met water is niet schadelijk.
Wanneer krijgen kinderen hun blijvende tanden en kiezen?
Een kind wisselt zijn melkgebit tussen zijn 6e en 13e jaar. Op de plaats van de melktanden en -kiezen komen blijvende exemplaren. Rond het 6e levensjaar breekt achter de laatste melkkies een nieuwe, blijvende kies door. Dit gebeurt meestal al voordat de voortanden wisselen. De nieuwe kiezen liggen een beetje verscholen. Veel kinderen en ouders merken niet dat de eerste blijvende kiezen doorbreken. De verzorging van deze kiezen is erg belangrijk. Het glazuur van de pas doorgebroken kies is nog erg poreus en kwetsbaar. Poets de puntjes van de nieuwe kiezen meteen mee zodra ze zijn doorgekomen. Rond het 12e jaar breken opnieuw blijvende kiezen door. Ook die zijn net na het doorbreken extra gevoelig voor het krijgen van gaatjes. De verstandskiezen zijn de laatste kiezen die doorbreken. Een volledig blijvend gebit bestaat uit 12 tanden en 16 kiezen. De verstandskiezen zijn hierbij niet meegerekend. Die breken op latere leeftijd door. Sommige mensen krijgen geen verstandskiezen.
Wanneer krijgen kinderen hun melktanden en -kiezen?
De leeftijd waarop kinderen hun tanden krijgen verschilt per kind. Doorgaans breekt de eerste melktand door tussen de 6 en 9 maanden. De eerste 2 melktanden komen aan de onderkant in het midden tevoorschijn. Daarna volgen de 2 middelste snijtanden aan de bovenkant. De laatste melkkies verschijnt in de regel tussen de 24 en 30 maanden. Een volledig melkgebit bestaat uit 12 tanden en 8 kiezen. Zowel de tanden van het melkgebit als die van het blijvend gebit breken meestal volgens een bepaalde volgorde door.
Wat houdt slijtage van het gebit in?
Tandglazuur is hard en slijt langzaam. Toch slijt uw gebit in de loop van de jaren. Bijvoorbeeld door het verkeerd gebruik van een tandenborstel of door tandenknarsen. Mechanische slijtage wordt dat genoemd. Slijtage door chemische invloeden komt van zuren in voeding. Dit verschijnsel heet tanderosie. Als het gebit voortdurend blootstaat aan mechanische en/of chemische invloeden neemt de kans op slijtage toe. Uw tandarts kan zien of dat bij u het geval is.
Wat is de invloed van duimzuigen en tongpersen op het gebit van kinderen?
Duimzuigen Veel peuters zuigen op hun duim, speen of vinger. Sommige kinderen persen hun tong bij het slikken tegen het gehemelte en drukken hem tussen de boven- en ondertanden. Duim-, vinger- of speenzuigen en tongpersen beïnvloeden de stand van de tanden. Probeer je kind het zuigen en tongpersen af te leren. Doe dat vóór het doorbreken van de blijvende voortanden. Geef bijvoorbeeld iets in handen of leid je kind overdag af. Of beloon je kind als het een bepaalde tijd is gestopt. Krijg je verkeerde gewoonten niet afgeleerd? Vraag dan je tandarts of mondhygiënist om advies.
Wat te doen bij een ongeval?
Door een ongeval kan een tand uitvallen of beschadigen. Neem in zulke situaties direct contact op met je tandarts. Zoek zo snel mogelijk alle losse stukjes of de complete tand op en ga ermee naar de tandarts. Plaats een uitgevallen melktand nóóit terug. Daarmee kun je de nieuwe blijvende tand beschadigen. Houd een uitgevallen tand of een afgebroken stuk tand vochtig, het liefst met melk. Spoel de tand bij voorkeur niet af onder de kraan. Geen melk binnen bereik? Bewaar de tand of het tanddeel dan los in de mond van de ouder/verzorger, bij voorkeur in de ruimte tussen de kiezen en de wang.
Welke afwijkingen kunnen er zijn in de ontwikkeling van het gebit?
In sommige gevallen verloopt de ontwikkeling van het gebit afwijkend. Je tandarts of mondhygiënist ziet dat tijdens de periodieke controle. In overleg zal hij maatregelen nemen. De volgende afwijkende ontwikkelingen vragen om een advies van je behandelaar: Je kind is bijna acht jaar en wisselt nog niet. Er zitten meer dan zes maanden tussen het wisselen van een tand of kies aan de linker en de rechter kaakhelft. Er komt een nieuwe tand of kies door, maar de melktand of -kies zit nog steeds vast. De nieuwe tand of kies verschijnt dan voor of achter de melktand of -kies. Je zoon of dochter heeft een langere tijd pijn bij het wisselen dan zijn leeftijdgenoten. Let op: een goede mondhygiëne blijft noodzakelijk, ook als tandenpoetsen pijn doet.
Welke behandelingen kan de tandarts tijdens het wisselen bij kinderen uitvoeren?
Gaatjes in het melkgebit Het meest voorkomende probleem bij het melkgebit zijn gaatjes, ook wel cariës genoemd. Meestal beginnen die in de kiezen. Gaatjes kun je voorkomen door zorgvuldig tandenpoetsen en een verstandig voedingspatroon. Ook kun je hiermee beginnende gaatjes stoppen en voorkomen dat een gaatje groter wordt. De tandarts of mondhygiënist zal een passend advies geven over voeding en tandenpoetsen. Gaatjes die toch groter worden, kunnen pijn of ontstekingen veroorzaken. Daardoor kan ook schade ontstaan aan het blijvend gebit. Soms moet de tandarts of mondhygiënist de cariës verwijderen (boren) en de kies vullen. Hij legt jou en je zoon of dochter graag uit waarom hij voor welke aanpak kiest. Het is om verschillende redenen belangrijk dat een gaatje (cariës) in een melkkies of -tand niet groter wordt: Een gaatje kan leiden tot pijn en ontstekingen. De melkkies moet nog een tijd functioneren om ruimte vrij te houden voor de kies van het blijvend gebit. Een ontsteking in het melkgebit kan het blijvend gebit aantasten. Sealen Kiezen hebben veel groefjes op het kauwvlak. Daarin ontstaat makkelijk tandplak. Niet regelmatig verwijderde tandplak kan gaatjes veroorzaken. Goed poetsen dus! Als de tandarts of mondhygiënist ziet dat er in het kauwvlak een gaatje ontstaat, kan hij besluiten een laagje aan te brengen. Dit heet sealen. Diepe groeven kan hij door het sealen afdichten. Alleen de blijvende kiezen komen normaal gesproken in aanmerking om te sealen. Dit gebeurt meestal kort nadat ze helemaal zijn doorgebroken. Ook gesealde kiezen moet je goed poetsen. Extra fluoride Als er gaatjes dreigen te ontstaan, kan de tandarts extra fluoridegebruik adviseren. Zo kan hij adviseren een keer extra de tanden te poetsen of een fluoridemondspoelmiddel te gebruiken. De tandarts kan ook besluiten zelf extra fluoride aan te brengen met behulp van een kwastje of in een lepel. Tandenpoetsen blijft de basis van de gebitsverzorging.
Welke beugel krijg ik en wanneer moet ik die dragen?
Er zijn verschillende soorten beugels die verschillende dingen kunnen. Met een slotjesbeugel (brackets (de slotjes) die op je tanden vastzitten) kunnen tanden en kiezen worden verplaatst om ze recht te zetten. Er zijn verschillende soorten slotjes: wit of van metaal, met of zonder verend klepje. Een afwijkende kaakstand kan worden behandeld met een blokbeugel of een buitenboordbeugel. Als er ruimtegebrek is kun je soms met een beugel wat extra ruimte maken, in andere gevallen is het beter om blijvende kiezen te verwijderen. De keus voor een beugel hangt helemaal af van de stand van jouw gebit, hoever je bent met de wisseling van je gebit en van je groei. Dat geldt ook voor de draagtijden. Hoe meer je de beugel draagt, hoe beter hij werkt! Je spreekt dit allemaal af met de orthodontist of tandarts.
Welke verschillen zijn er tussen het melkgebit en het blijvend gebit?
De snijtanden van het blijvend gebit hebben een kartelrand. Melktanden hebben die niet. De kartelrand bestaat uit drie bobbeltjes op het snijvlak. De karteling verdwijnt in de loop van de tijd door natuurlijke slijtage. Blijvende tanden en kiezen hebben sterker glazuur dan melktanden en -kiezen. Naast de witte melktanden lijken de blijvende voortanden donkerder en/of geler van kleur. Dit is normaal. Poetsen helpt niet om ze lichter van kleur te krijgen.
Zijn duimen of het gebruik van een speen schadelijk voor het melkgebit?
Zuigen is een natuurlijke, instinctmatige behoefte van een baby. Kinderen zuigen graag op hun duim of op een speen. Meestal levert dit geen problemen op voor het melkgebit. Als de blijvende snijtanden doorbreken, kan het zuigen de boventanden en de kaak naar voren duwen. Duimt je baby? Geef dan liever een dental speen. Een kind stopt zijn duim sneller en vaker in de mond. Een speen kun je namelijk makkelijk weghalen. Ook daarom is speenzuigen meestal makkelijker af te leren. Leer sowieso het duim- of speenzuigen zo vroeg mogelijk af, maar in ieder geval vóór het doorbreken van het blijvend gebit.
Mondhygiëne
Een slechte adem of halitose
Een goede of slechte smaak in de mond zegt niets over een slechte adem. Iemand kan tijdelijk uit zijn mond ruiken, bijvoorbeeld door eten van gekruid voedsel, drinken van alcohol of roken. Maar iemand met halitose ruikt altijd uit zijn mond. De oorzaak heeft weinig of niets te maken met wat u eet of drinkt. De belangrijkste boosdoeners zijn tand- of tandvleesontstekingen, de aanwezigheid van bacteriën en voedselresten in de mond. De bacteriën produceren zwavel en dat ruikt onaangenaam. Om halitose vast te stellen, is een diagnose van de tandarts of mondhygiënist nodig. Deze vorm van slechte adem komt bij ongeveer één op de zeven mensen voor. Halitose gaat niet vanzelf voorbij en is in de meeste gevallen te verhelpen.
Gezond tandvlees. Hoe ziet dat er uit?
Gezond tandvlees is roze, ligt strak om tanden en kiezen en bloedt niet als u eet of uw tanden poetst. Gezond tandvlees is de basis van een gezond gebit. Het tandvlees is samen met het kaakbot en de vezels het fundament van uw tanden en kiezen. Wie zijn tandvlees gezond houdt, kan jarenlang genieten van zijn eigen tanden en kiezen.
Gezonde voeding, ook gezond voor je gebit?
Behalve zorgvuldig tandenpoetsen is het zeker zo belangrijk te letten op de voeding van je kind. Zorg ervoor dat je kind niet meer dan 7x per dag eet of drinkt. Dat is 3x een maaltijd en maximaal 4x per dag een tussendoortje, maar liefst minder. Laat je zoon of dochter niet aan zoetigheid wennen en voeg aan voedsel en dranken geen suiker of honing toe. Drink bij voorkeur kraanwater. Verwacht je problemen hiermee? Bespreek dit met de mondzorgverlener. Kies voor kraanwater in plaats van zoete dranken. Fris- en vruchtendranken bevatten ook zuren. Ook dit zuur kan schade veroorzaken aan het gebit. We noemen *) waar staat kind en ouders, kan ook gelezen worden dit tanderosie.
Hebben mensen met een verstandelijke beperking meer kans op mondproblemen?
Iedereen is gebaat bij een gezonde mond. Met een gezonde mond kun je goed eten en drinken. Ook ziet een frisse mond er mooi uit. Mensen met een verstandelijke beperking hebben meer kans op problemen in de mond. De motoriek is vaak zwak of helemaal beperkt. In de mond uit dat zich bijvoorbeeld in slappe lip-, tong- en wangspieren. Maar ook een afwijkende tandstand, spierspanningen, gebitsbeschadiging door vallen of stoten (epilepsie) of sondevoeding kunnen moeilijkheden in de mond geven. Met een goede mondverzorging houdt u de tanden en het tandvlees van uw kind of cliënt gezond. Bij verschillende leeftijden horen andere mondproblemen. Of u nu bij een kind of bij een volwassene met een verstandelijke beperking het gebit poetst, u zult in meer of mindere mate tegen dilemma’s aanlopen. Hier vindt u over de meest voorkomende problemen en oplossingen voor een goede mondverzorging.
Hebben probiotica een positieve werking op de mondgezondheid?
Probiotica roepen veel vragen op bij de consument. Een probioticum is een voedingsmiddel met levende micro-organismen waaraan een gezondheidsbevorderende werking wordt toegeschreven. Yakult bijvoorbeeld. In de levensmiddelenindustrie worden probiotica aanbevolen voor een verbetering van de algemene gezondheid of de verbetering van bijvoorbeeld de ‘weerstand’. Fabrikanten van probiotica werken dan ook met diverse gezondheidsclaims. De probioticaleveranciers werken ook aan probiotica waaraan mogelijk voordelen op het gebied van mondgezondheid kunnen worden toegeschreven. Er is echter nog geen wetenschappelijk onderzoek beschikbaar, waaruit de positieve werking van probiotica in de mond wordt aangetoond. We zullen dus nog op probiotica die een positief effect hebben op de mondgezondheid moeten wachten. Maar hoe lang dat wachten duurt?
Heeft diabetes gevolgen voor mijn tandvlees?
Iemand met diabetes is gevoeliger voor ontstekingen en infecties. Dus ook het tandvlees ontsteekt sneller. Dat gebeurt vooral wanneer de diabetes niet goed is ingesteld. Mensen met diabetes, en vooral niet goed ingestelde diabetes, hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van parodontitis.
Heeft stress gevolgen voor tandvleesontstekingen?
Iedereen heeft wel eens last van stress. Langer aanhoudende psychische stress kan de afweer van het lichaam en dus ook van het tandvlees onderdrukken. Wie veel stress heeft, heeft een grotere kans op parodontitis. Ook de gevolgen van parodontitis kunnen ernstiger zijn.
Hoe gebruik ik tandenstokers en ragers?
Pak de tandenstoker of de rager tussen duim en wijsvinger vast en duw deze vanaf de buitenkant tussen de tanden en de kiezen. Met de andere vingers steunt u tegen de aangrenzende tanden en kiezen. Dit voorkomt dat u uitschiet. De driehoekige houten tandenstoker wordt met de platte kant op het tandvlees geplaatst. De bedoeling van een rager is dat bij gebruik wel enige weerstand wordt ondervonden, maar dat de ijzeren draad de tanden en kiezen niet raakt. Bij gebruik achter in de mond ontstaat er meer ruimte wanneer de mond iets gesloten wordt, zodat de wangen minder gespannen zijn. Beweeg met de tandenstoker of de rager een paar keer heen en neer. Laat de beweging u voordoen. Het is ook mogelijk om vanuit meerdere hoeken een ruimte te reinigen. Overleg met uw professional of u de juiste technieken gebruikt.
Hoe kun je gevoelige tandhalzen voorkomen?
Een goede mondhygiëne kan tandhalsgevoeligheid voorkomen. Als u niet te krachtig poetst en zorgt dat uw tandvlees niet ontstoken raakt, krijgt u hiermee niet maken. Dat betekent dat u dagelijks alle tandplak van en tussen uw tanden en kiezen moet verwijderen. Poets uw tanden daarom tweemaal per dag met een fluoridetandpasta. Een goede poetsbeurt duurt twee minuten, gebeurt zorgvuldig, niet te krachtig en met een zachte tandenborstel. Reinig ook dagelijks de ruimten tussen uw tanden en kiezen met tandenstokers, ragers of flossdraad.
Hoe moet ik flossen als ik de draad niet door het contactpunt krijg?
Als u de flossdraad niet door het contactpunt tussen uw tanden of kiezen kunt brengen (bijvoorbeeld bij een brug of vaste beugel) kan een brugnaald uitkomst bieden. Brugnaalden zijn plastic naalden met een groot oog om een flossdraad doorheen te halen en daarmee onder een brug of andere voorzieningen te reinigen. Superfloss is een stuk flossdraad met een verdikking in het midden en als begin is de draad verhard om daarmee onder een brug of andere voorzieningen te reinigen. Let op: verkeerd gebruik van hulpmiddelen bij de mondhygiëne kan schade veroorzaken aan tanden en tandvlees.
Hoe moet ik mijn kroon of brug onderhouden?
De dagelijkse mondhygiëne is bij kronen en bruggen extra belangrijk. Vooral het tandvlees rondom de kroon of brug moet u goed reinigen. Een kwetsbare plek is de rand van de kroon of brug. Daarop kan gemakkelijk tandplak achterblijven. Plak veroorzaakt gaatjes langs de rand van uw kroon of brug en ontsteking van het tandvlees. Poets dit gebied zorgvuldig met een zachte tandenborstel en gebruik tandenstokers, ragers en/of flossdraad. Uw tandarts of mondhygiënist kan u hierbij adviseren.
Hoe moet ik mijn kunstgebit schoonmaken?
Het kunstgebit Uw kunstgebit is nu nog nieuw en mooi. Dat wilt u natuurlijk graag zo houden. Daarom moet u, net als bij eigen tanden en kiezen, uw kunstgebit verzorgen. Als u het niet regelmatig schoonmaakt, blijven er voedselresten achter. Zowel op uw kunstgebit als eronder. Als u die niet verwijdert, kan uw tandvlees op den duur gaan ontsteken. Reinig uw gebit daarom zorgvuldig na iedere maaltijd. Gebruik een speciale protheseborstel, bijvoorbeeld van Lactona of Oral-B, en water om etensresten goed te verwijderen. Gebruik géén tandpasta. Die kan te veel schuren. Een schoon kunstgebit voelt altijd glad aan. Laat uw gladde gebit tijdens het reinigen niet uit uw handen glippen. Het zal kapot gaan. Vul voor de zekerheid eerst de wasbak met water en reinig uw gebit daarboven. Reinig uw kunstgebit dagelijks met een bij de drogisterij of apotheek beschikbaar reinigingsmiddel. Volg daarbij de voorschriften van de fabrikant. Vraag eventueel uw behandelaar of mondhygiënist om advies. Leg uw kunstgebit sowieso één keer per week een nachtje in een reinigingsmiddel. Hiermee voorkomt u de vorming van tandsteen op uw kunstgebit. Borstel uw kunstgebit daarna goed en spoel het af met water. Leg uw kunstgebit nooit in heet water en gebruik zeker geen bleekwater of schuurmiddelen. Maak ook uw mond schoon Houd behalve uw kunstgebit ook uw mond schoon. Spoel in het begin, als de wonden nog niet helemaal zijn genezen uw mond na elke maaltijd met een beetje lauw water. Daarna kunt u uw tandvlees beter met een zachte tandenborstel poetsen. Gebruik daarvoor gewone fluoridetandpasta. Masseer met een zachte tandenborstel minstens één keer per dag het slijmvlies waarop uw kunstgebit rust: uw kaken en de overgang van de kaak naar de wangen. Poets ook uw gehemelte, want ook daar kunnen voedselresten zitten. Slapen met of zonder kunstgebit Uw kaken hebben een tijdje nodig om aan het kunstgebit te wennen. Laat uw kunstgebit de eerste week dan ook ’s nachts in uw mond. Daarna is het juist beter om het voor het slapengaan wel uit te doen. Op die manier geeft u ook uw kaken rust. Vindt u het vervelend om met een lege mond te slapen? Doe dan alleen het ondergebit uit. Wilt u toch uw hele kunstgebit dag en nacht dragen? Laat uw mond en kunstgebit dan minimaal één keer per jaar door uw tandarts controleren. Heeft u het kunstgebit niet in uw mond? Bewaar het dan in een glas water. Ververs het water iedere dag. Uw kunstgebit kunt u ook in een glas gevuld met een reinigingsmiddel bewaren. Spoel uw kunstgebit altijd goed af met water voordat u het weer in uw mond plaatst.
Hoe moet ik ragers gebruiken?
1. Maak de rager eerst nat onder de kraan en doe er geen tandpasta op. Pak de rager tussen duim en wijsvinger vast en duw deze vanaf de buitenkant tussen tanden en kiezen. Met de andere vingers steunt u tegen de aangrenzende tanden of kiezen. Voorkom doorschieten. 2. Een rager moet tijdens het gebruik enige weerstand ondervinden, maar de metalen kern (draad) mag de tanden of kiezen en het tandvlees niet raken. Sluit uw mond iets als u de rager achter in uw mond gebruikt. Hierdoor vermindert de spanning van uw wangen. Voor de tussenruimten achter in de mond kunt u de rager een beetje ombuigen. 3. Voorkom prikken in uw tandvlees. Prikt u toch in uw tandvlees? Zet de rager dan iets schuiner in. Bij de bovenkaak schuiner van boven, bij de onderkaak schuiner van onderen. 4. Beweeg de rager een paar keer heen en weer. U kunt daarbij soms het raakvlak met de tand vergroten door van richting te veranderen (X- figuur). 5. Als u merkt dat de rager bij gebruik nauwelijks nog weerstand ondervindt, kunt u beter een maatje groter proberen. Vaak is het nodig diverse maten naast elkaar te gebruiken. Tip: bij grote tussenruimten kan het handig zijn om twee ragers tegelijk in te brengen. 6. Reinig alle tussenruimten waarin een rager past. Ragers kunnen verschillende keren worden gebruikt. Spoel ze daarom na afloop goed af en laat ze drogen. Let op: Overdreven of verkeerd gebruik van hulpmiddelen bij de mondhygiëne kan schade veroorzaken aan de tanden en het tandvlees.
Hoe moet ik tandenstokers gebruiken?
1. Houd de tandenstoker tussen duim en wijsvinger dicht bij de punt vast. Met de andere vingers steunt u tegen de aangrenzende tanden of kiezen. Maak de punt van de tandenstoker vochtig met speeksel. Dit maakt het hout buigzamer en verkleint de kans op breuk. 2. Zet de smalle platte kant van de tandenstoker op het tandvlees, onder het punt waar de tanden en kiezen elkaar raken. Breng de tandenstoker tussen de tanden en de kiezen. Doe dat zoveel mogelijk loodrecht op de tandenrij. 3. Voorkom prikken in uw tandvlees. Prikt u toch in uw tandvlees? Plaats de tandenstoker dan iets schuiner. Bij de bovenkaak schuiner van boven, bij de onderkaak schuiner van onderen. 4. Duw de tandenstoker drie keer stevig tussen de tanden en kiezen. Vergroot het raakvlak met de tand door daarbij van richting te veranderen (X-figuur). 5. Reinig alle tussenruimten waarin een tandenstoker past (X-figuur). 6. Sluit uw mond iets als u de tandenstoker achter in de mond gebruikt. Hierdoor vermindert de spanning van uw wangen. Ook kunt u de vochtige tandenstoker licht buigen. Daardoor heeft u minder ruimte nodig bij het inbrengen. Let op: Overdreven of verkeerd gebruik van hulpmiddelen bij de mondhygiëne kan schade veroorzaken aan de tanden en het tandvlees.
Hoe moet u protheses of implantaten van mensen met een verstandelijke beperking reinigen?
Veel volwassenen met een verstandelijke beperking dragen een gebitsprothese (kunstgebit). Tegenwoordig is voor mensen met een verstandelijke beperking ook een behandeling met implantaten mogelijk. Een implantaat is een soort kunstwortel die in de kaak wordt geschroefd waarop de tandarts een kroon (tand of kies), brug (meer tanden of kiezen) of prothese (kunstgebit) kan bevestigen. In beide situaties is een goede mondhygiëne erg belangrijk om infecties en ontstekingen te voorkomen. Schoonmaken van de prothese De prothese van uw cliënt moet u net als de eigen tanden en kiezen dagelijks goed schoonmaken. Als u het kunstgebit niet regelmatig schoonmaakt, blijven er voedselresten achter. Zowel op het kunstgebit als eronder. Als u die niet verwijdert, kan het tandvlees gaan ontsteken. Spoel bij voorkeur na iedere maaltijd de prothese en de mond schoon met water. Haal etensresten op de prothese en in de mond weg. Gebruik een speciale protheseborstel bijvoorbeeld van Lactona of Oral-B om de prothese goed schoon te borstelen en daarmee te ontdoen van tandplak. Gebruik hiervoor géén tandpasta. Die kan te veel schuren. Gebruik water en een zachte vloeibare zeep. Een schoon kunstgebit voelt altijd glad aan. Laat het gladde gebit tijdens het reinigen niet uit uw handen glippen. Het zal kapot gaan. Vul voor de zekerheid eerst de wasbak met water en reinig het kunstgebit daarboven. Leg het kunstgebit één keer per week een nachtje in azijn. Hiermee voorkomt u de vorming van tandsteen op het kunstgebit. Borstel het kunstgebit daarna goed en spoel het af met water. Leg het kunstgebit nooit in heet water en gebruik zeker geen bleekwater of schuurmiddelen. Vraag eventueel de behandelaar van uw cliënt om advies. Maak ook de mond van uw cliënt schoon Reinig behalve de prothese ook het slijmvlies waarop het kunstgebit rust: de kaken, het gehemelte en de overgang van de kaak naar de wangen. Anders kunnen vervelende ontstekingen ontstaan. En ook nu geldt: voorkómen is beter dan genezen. Masseer het slijmvlies minstens één keer per dag met een zachte tandenborstel en water. Besteed extra aandacht aan het gehemelte. Begin steeds aan de buitenkant in de bovenkaak. Daaraan went uw kind of cliënt het makkelijkst en geeft hij het minste verzet. Schuif de borstel steeds een beetje op. Poets daarna de binnenkant van de bovenkaak. Dan poetst u de buitenkant van de onderkaak, gevolgd door de binnenkant van de onderkaak. Wanneer uw kind of cliënt snel kokhalst, kunt u het beste vanuit het midden naar opzij en naar achteren poetsen. Lees ook de informatie over de juiste poetshouding en methoden om de mond te openen. Doe het kunstgebit ’s nachts uit ’s Nachts moet u de prothese bij uw kind of cliënt uit de mond laten om het slijmvlies waar de prothese op rust gezond te houden. Bewaar de prothese na reiniging in een bakje schoon water. Borstel de prothese ’s morgens opnieuw voordat u deze in de mond van uw kind of cliënt terugplaatst. Prothesereinigingsmiddelen Er zijn diverse prothesereinigingsmiddelen op de markt. Het waterstofperoxide dat er in zit heeft een antibacteriële werking. Een reinigingsmiddel remt of verwijdert verkleuringen van o.a. koffie, thee, wijn en tabak en is verfrissend. Een reinigingsmiddel lost geen tandplak op. Hiervoor is borstelen noodzakelijk. Overmatig gebruik van deze reinigingsmiddelen kan de prothese beschadigen. Het kunstgebit kan verbleken en het oppervlak kan ruwer worden. Voor uw kind of cliënt kan een prothesereinigingstablet levensbedreigend zijn. Ook kan schade aan de slokdarm optreden als uw kind of cliënt de tablet voor een snoepje aanziet. Aangeraden wordt daarom dagelijks water en vloeibare zeep en één keer per week azijn te gebruiken. Reinigen implantaten Een implantaat onder een kroon of brug zit verankerd in het bot. Het is erg belangrijk dat u de overgang van de kroon of brug naar het tandvlees goed schoonmaakt. Poets dit gebied zorgvuldig met een zachte (elektrische) tandenborstel met fluoridetandpasta en gebruik daarbij tandenstokers of ragers. Mondhygiëne is bij implantaten erg belangrijk, ook voor mensen met een beperking. Bij een slechte mondhygiëne kan uw kind of cliënt zijn implantaat verliezen. Implantaten die als pijlers dienen onder een overkappingsprothese maakt u schoon met een zachte tandenborstel en tandpasta, ragers en/of (super)flossdraad. Poets tweemaal per dag het deel van het implantaat dat boven het tandvlees uitsteekt. Besteed extra aandacht aan de overgang van het implantaat naar het tandvlees. Reinig de ruimte onder de spalk met ragers en/of superfloss op aanwijzing van de tandarts of mondhygiënist. Op voorschrift van de tandarts of mondhygiënist kunt u eenmaal per dag chloorhexidinegel rondom het implantaat aanbrengen en de gebitsprothese eroverheen plaatsen. Als u voedselresten en tandplak rond de implantaten niet weghaalt, gaat het tandvlees ontsteken. Daardoor verliezen ze op den duur hun houvast, gaan ze los staan en kunnen ze pijn veroorzaken. Bekijk ook de juiste poetshouding, methoden om de mond te openen en de poetsinstructie. Voor meer informatie over mond- en gebitsproblemen, mondverzorging en mondgezondheid van mensen met een verstandelijke beperking kunt u terecht bij of op: Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg voor Gehandicapten (
VBTGG
) biedt informatie over tandheelkundige zorg voro mensen met een beperking. Centraal Overleg BIJzondere Tandheelkunde (
COBIJT
) geeft een overzicht van de in Nederland gevestigde Centra voor Bijzondere Tandheelkunde. Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (
NVvK
) geeft een overzicht van de in Nederland werkende kindertandartsen. De Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (
NVLF
). De website informeert over het werk van de logopedist: het ontwikkelen en waar nodig het herstel van mondfuncties. Stoornissen in de mond kunnen ontstaan door neurologische aandoeningen of ziektes.
LFB
is een belangenvereniging door mensen met een verstandelijke beperking die opkomt voor de belangen van mensen met een verstandelijke beperking.
Kiesbeter.nl
is een openbare zorgportal bedoeld voor alle volwassen inwoners van Nederland die vragen hebben op het gebied van zorg, zorgverzekeringen en gezondheid. De gehandicaptenzorg in Nederland kan op basis van geboden zorg, dienstverlening en huisvesting worden gezocht en vergeleken. De site biedt ook algemene informatie over gehandicaptenzorg.
Hoe moet je bij mensen met een verstandelijke beperking de mond verzorgen?
Iedereen is gebaat bij een gezonde mond. Met een gezonde mond kun je goed eten en drinken. Ook ziet een frisse mond er mooi uit. Mensen met een verstandelijke beperking hebben meer kans op problemen in de mond. De motoriek is vaak zwak of helemaal beperkt. In de mond uit dat zich bijvoorbeeld in slappe lip-, tong- en wangspieren. Maar ook een afwijkende tandstand, spierspanningen, gebitsbeschadiging door vallen of stoten (epilepsie) of voeding kunnen moeilijkheden in de mond geven. Met een goede mondverzorging houdt u de tanden en het tandvlees van uw kind of cliënt gezond. Bij verschillende leeftijden horen andere mondproblemen. Of u nu bij een kind of bij een volwassene met een verstandelijke beperking het gebit poetst, u zult in meer of mindere mate tegen dilemma’s aanlopen. Hier leest u de meest voorkomen- de problemen en geeft oplossingen voor een goede mondverzorging. Tandplak en gaatjes Tandplak is een wit-gelig laagje dat je moeilijk kunt zien. Het ontstaat op én tussen de tanden en kiezen en op de overgang naar het tandvlees. In tandplak zitten bacteriën. Die bacteriën zetten koolhydraten, zoals suiker en zetmeel uit voeding en dranken, in de mond om in zuren. Die zuren veroorzaken gaatjes (cariës) in het gebit. Tandplak en ontstoken tandvlees Gezond tandvlees is roze, ligt strak om de tanden en kiezen heen en bloedt niet als de tanden gepoetst worden. Rood, gezwollen of bloedend tandvlees duidt meestal op ontstoken tandvlees. Als u de tandplak op en tussen de tanden niet goed verwijdert, zorgen de bacteriën in de tandplak ervoor dat het tandvlees ontstoken raakt. Niet verwijderde tandplak kan hard worden en verkalken tot tandsteen. Aan tandsteen hecht zich makkelijk weer nieuwe tandplak. Zo raakt het tandvlees steeds meer ontstoken. De ontsteking kan zelfs het daaronder gelegen kaakbot aantasten. Ernstige tandvleesproblemen kunnen leiden tot het verlies van tanden en kiezen. Gaatjes en tandvleesontstekingen zijn infectieziekten met zowel gevolgen voor de mondgezondheid als de algemene gezondheid. Hoe haalt u de tandplak weg? Tandenpoetsen is de basis van een goede mondhygiëne. Het is een secuur werkje en zeker niet eenvoudig. Voor uw kind of cliënt zelf is tandenpoetsen waarschijnlijk te moeilijk. Daarvoor is uw hulp nodig. Maar veel kinderen of cliënten wenden nogal eens hun hoofd af of duwen de borstel weg met hun tong. Ze bijten bijvoorbeeld op de borstel, kokhalzen, hebben strakke wangen, lippen en tong, klemmen de kaken op elkaar, hebben ernstig bloedend tandvlees en pijnreacties of bieden op een andere manier verzet. Een goede houding en de juiste hulpmiddelen maken het tandenpoetsen bij uw kind of cliënt makkelijker. Poets de tanden tweemaal per dag zorgvuldig en niet te krachtig. Gebruik hiervoor de poetsinstructie. Een goede poetsbeurt duurt twee minuten. Dus neem de tijd! Kies zelf een moment op de dag dat u aandacht aan mondverzorging bij uw kind of cliënt kunt besteden, bij voorkeur ’s ochtends na het ontbijt en ‘s avonds voor het slapen. Het Ivoren Kruis adviseert tweemaal per dag de tanden twee minuten te poetsen, maar realiseert zich dat dit in niet alle situaties haalbaar is. Eén keer per dag de tanden zorgvuldig poetsen is beter dan twee keer per dag ‘half. Vraag andere tips en adviezen om de tanden van uw kind of cliënt te poetsen aan uw tandarts of mondhygiënist. Kies een goede tandenborstel Kies voor een elektrische tandenborstel met een kleine borstelkop. Elektrische tandenborstels verwijderen bij een juist gebruik meer tandplak dan handtandenborstels. Aan poetsen met een elektrische tandenborstel moet uw kind of cliënt beslist wennen. Neem daar twee weken de tijd voor. Lukt het ook na die periode niet om elektrisch te poetsen? Kies dan voor een handtandenborstel met zachte haren en een kleine borstelkop. Ook kunnen de tanden van volwassenen met een kinderborstel worden gepoetst, als daarmee weerstand bij uw volwassen kindof cliënt wordt verminderd. Voor alle borstels geldt: vervang de tandenborstel elke drie maanden of als de haarbosjes uit elkaar gaan staan. Gebruik fluoridetandpasta Fluoride maakt tandglazuur sterker en minder goed oplosbaar in zuur. Gebruik daarom een tandpasta met fluoride. U kunt met fluoridetandpasta poetsen ook als uw kind of cliënt na het poetsen niet kan spoelen. Het inslikken van een klein beetje tandpasta is niet erg. Soms kan het nuttig zijn zonder tandpasta te poetsen. Smeer dan na de poetsbeurt met uw vinger wat fluoridetandpasta op de tanden. Zo brengt u toch fluoride op de tanden aan. Het fluoride-basisadvies luidt: 0 en 1 jaar, vanaf het doorbreken van de eerste tandjes: éénmaal per dag poetsen met fluoridepeutertandpasta 2, 3 en 4 jaar: tweemaal per dag poetsen met fluoridepeutertandpasta 5 jaar en ouder: tweemaal per dag poetsen met fluoridetandpasta Voor alle leeftijden: alle andere vormen van fluoridegebruik in overleg met tandarts of mondhygiënist Mogelijk zal uw tandarts of mondhygiënist het gebruik van extra fluoride voor uw kind of cliënt adviseren. Gebruik een tandenstoker of rager tussen de tanden Met een tandenborstel alleen kunt u de ruimten tussen de tanden en kiezen niet goed schoonmaken. Dat geldt zowel voor een handtandenborstel als een elektrische tandenborstel. Gebruik daarom voor de tussenruimten een tandenstoker of een rager. Een goede tandenstoker is van hout, driehoekig van vorm met een platte kant en loopt toe in een punt. Ze kunnen verschillen van dikte. Bij grotere tussenruimten kunt u dikkere stokers gebruiken. Bij smallere tussenruimten kiest u een dunnere variant. Ook ragers zijn er in allerlei vormen en maten. Gebruik een tandenstoker of rager zo mogelijk eenmaal per dag. Kies zelf een geschikt moment, bijvoorbeeld in de middag als het iets rustiger is. Vraag uw tandarts of mondhygiënist welke tandenstoker of rager u het beste bij uw kind of cliënt kunt gebruiken en vraag om een instructie. Zie ook de instructie in deze brochure. En als poetsen niet lukt? Soms is het niet mogelijk een tandenborstel te gebruiken. Een gaasje of een vingertandenborstel met fluoridetandpasta kunnen praktische vervangers zijn. Als ook deze vorm van tandenpoetsen niet mogelijk is, kan een spoelmiddel of mondspray op basis van chloorhexidine uitkomst bieden. Deze stof vermindert de werking van schadelijke bacteriën in de tandplak. Overleg voor het gebruik altijd eerst met uw tandarts of mondhygiënist en vraag om een instructie. De tanden kunnen namelijk verkleuren door het gebruik van een middel met chloorhexidine. Naar de tandarts of mondhygiënist Ga met uw kind of cliënt minimaal tweemaal per jaar naar de tandarts of mondhygiënist. Het gebit wordt dan goed gecontroleerd en u krijgt begeleiding de mond gezond te houden. Ingrijpende behandelingen kunnen zo worden voorkomen. Is er sprake van pijn? Stel een bezoek niet langer uit en maak een afspraak. De tandarts of mondhygiënist kan ook aangeven dat hij de frequentie van het bezoek voor uw kind of cliënt wil verhogen. Niet alle tandartsen zijn ervaren in het behandelen van mensen met een beperking. Zij zullen bijvoorbeeld naar een collega verwijzen of naar een Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde. Via de Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg voor Gehandicapten (VBTGG) en het Centraal Overleg Bijzondere Tandheelkunde (Cobijt) kunt u in contact komen met een dergelijk centrum. U heeft van uw huistandarts een verwijsbrief nodig
Hoe reinig ik mijn plaat- of frameprothese?
Net als uw eigen tanden en kiezen dient u ook uw plaat- of frameprothese goed schoon te houden. Als u deze niet regelmatig schoonmaakt, blijven er voedselresten en tandplak achter, zowel óp uw prothese als ónder uw prothese. Als u die niet verwijdert, kan uw tandvlees op den duur gaan ontsteken. Reinig uw prothese daarom zorgvuldig na iedere maaltijd. Gebruik een speciale protheseborstel en water en zeep om etensresten en tandplak goed te verwijderen. Gebruik géén tandpasta. Die kan te veel schuren. Uw prothese maakt u niet schoon met een prothesereinigingsmiddel; dat doet u, zoals eerder gezegd, met een protheseborstel en water en zeep. U kunt wél overwegen uw prothese een paar keer per week een nachtje in een zwak werkend prothesereinigingsmiddel te leggen. Hiermee voorkomt u verkleuring, ontstaan door bijvoorbeeld thee of rode wijn, én de vorming van tandsteen op uw prothese. Borstel uw prothese daarna goed en spoel het af met water. Leg uw prothese nooit in heet water en gebruik geen agressieve prothesereinigingsmiddelen en zeker geen bleekwater of schuurmiddelen. Uiteraard moet u ook uw eigen gebit zorgvuldig poetsen, anders verliest u misschien nog meer gebitselementen. Gebruik hiervoor een gewone zachte tandenborstel en poetst met fluoridetandpasta, dat versterkt uw gebit. Let vooral op de tanden en kiezen waarop uw prothese steunt of waar uw prothese tegenaan ligt. Reinig uw kunstgebit dagelijks met een bij de drogisterij of apotheek beschikbaar reinigingsmiddel. Volg daarbij de voorschriften van de fabrikant. Vraag eventueel uw behandelaar of mondhygiënist om advies. Leg uw kunstgebit sowieso één keer per week een nachtje in een reinigingsmiddel. Hiermee voorkomt u de vorming van tandsteen op uw kunstgebit. Borstel uw kunstgebit daarna goed en spoel het af met water. Leg uw kunstgebit nooit in heet water en gebruik zeker geen bleekwater of schuurmiddelen.
Hoe weet je of de ontsteking ernstig is?
Op het oog ziet al het ontstoken tandvlees er hetzelfde uit. Om de ernst van een ontsteking vast te stellen moet de tandarts of mondhygiënist de ruimten tussen de tanden en het tandvlees (pockets) opmeten. Dat doet hij met een zogenoemde pocketsonde bij alle tanden en kiezen. Met de meting bepaalt hij per tand of kies de ernst van de ontsteking. Bij gezond tandvlees is een pocket maximaal 3 mm en bloedt niet. Ontstoken tandvlees geeft pockets tot 5 mm. Verder gevorderde ontstekingen hebben nog diepere pockets, vaak van 6 mm of zelfs nog meer. Dan is er ook sprake van botafbraak.
Ik heb een droge mond. Is extra verzorging van de mond nodig?
Het is belangrijk dat iemand met een droge mond extra zorg besteedt aan zijn tanden, kiezen en tandvlees. Denk daarbij aan het volgende: Poets uw tanden tweemaal per dag met een zachte tandenborstel en gebruik een fluoridetandpasta. De meeste tandpasta’s hebben een te scherpe mentholsmaak. Alternatieven zijn kinder- of juniortandpasta’s of tandpasta’s specifiek ontwikkeld voor mensen met een droge mond. Gebruik dagelijks ragers, flossdraad of tandenstokers om de ruimten tussen uw tanden en kiezen te reinigen. Eet zo min mogelijk suikerhoudend en zuur voedsel. Overleg met uw tandarts of mondhygiënist of u extra fluoride moet gebruiken en hoe u uw tanden, kiezen en tandvlees het beste kunt verzorgen. Wie een kunstgebit heeft, doet er goed aan dit zo schoon mogelijk te houden. Reinig het zorgvuldig na iedere maaltijd. Gebruik een speciale protheseborstel en water om etensresten goed te verwijderen. Reinig uw kunstgebit dagelijks met een bij de drogisterij of apotheek beschikbaar reinigingsmiddel. Volg daarbij de voorschriften van de fabrikant. Vraag eventueel uw behandelaar om advies. Een vuil kunstgebit is vooral in een droge mond een broedplaats voor bacteriën en schimmels. Houd ook het slijmvlies (kaken, gehemelte en de overgang van de kaak naar de wangen) onder de prothese goed schoon. Doe uw kunstgebit ’s nachts uit en bewaar het in water. U kunt uw kunstgebit ook in een reinigingsmiddel leggen.
Kan ik tandplak verwijderen met een mondspoelmiddel?
Sommige mondspoelmiddelen maken het verwijderen van tandplak gemakkelijker. Toch kunnen ze het gebruik van een tandenborstel gecombineerd met tandenstokers, ragers of flossdraad niet vervangen. Mondspoelmiddelen kunnen wel even een frisse mondgeur en aangename smaak geven.
Mijn tandvlees is ontstoken, hoe haal ik alle tandplak weg?
Met een goede mondhygiëne haalt u alle tandplak weg. Dat houdt meer in dan 2x per dag uw tanden 2 minuten poetsen met een fluoridetandpasta. Reinig ook dagelijks de ruimten tussen uw tanden en kiezen met tandenstokers, ragers of flossdraad. Een goede dagelijkse mondhygiëne is de basis van gezond tandvlees en een gezonde mond.
Moet ik de plaat- of frameprothese ’s nachts uit doen?
Sommige mensen knarsentanden in hun slaap of drukken de kiezen stevig op elkaar. Dat kan een onnodige druk geven op de plaat- of frameprothese en het tandvlees. Daarnaast herstelt het tandvlees 's nachts beter als u de prothese uitdoet. Overleg met uw tandarts wat u het beste kunt doen. Heeft u de prothese niet in uw mond? Bewaar deze dan in een glas water. Ververs het water iedere dag. U kunt de prothese ook in een glas gevuld met een reinigingsmiddel bewaren. Spoel de prothese altijd goed af met water voordat u het weer in uw mond plaatst.
Moet ik mijn kunstgebit ’s nachts uit doen?
Uw kaken hebben een tijdje nodig om aan de overkappingsprothese te wennen. Laat uw kunstgebit de eerste week dan ook ’s nachts in uw mond. Daarna is het juist beter om het voor het slapengaan wel uit te doen. Op die manier geeft u ook uw kaken rust. Vindt u het vervelend om met een lege mond te slapen? Doe dan alleen uw ondergebit uit. Wilt u toch liever uw boven- én onderprothese dag en nacht dragen? Laat dan uw mond en uw wortels minimaal één keer per half jaar door uw tandarts controleren. Heeft u het kunstgebit niet in uw mond? Maak het dan goed schoon en bewaar droog in een afgesloten bakje of nat in een glas water. Ververs het water wél iedere dag! Eventueel kunt u een zwak werkend reinigingsmiddel toevoegen. Spoel het kunstgebit altijd goed af met water voordat u het weer in uw mond plaatst.
Pijn bij het eten of drinken van warme of koude produten?
Pijn bij het eten of drinken van warme of koude producten? Of juist als u iets zuurs of zoets neemt? Waarschijnlijk zijn blootliggende tandhalzen het probleem. Als het tandvlees zich terugtrekt, komt de hals en de wortel van de tand of kies bloot te liggen. Op de hals en wortel van de tand of kies zit geen glazuur. Daardoor is de tand of kies erg gevoelig voor invloeden zoals warm, koud, zoet en zuur. Ook ontstaan er gemakkelijk gaatjes in het blootliggende deel. Op een juiste manier poetsen en een goed voedingspatroon zijn erg belangrijk om de gevoeligheid aan te pakken.
Waardoor ontstaat de pijn bij gevoelige tandhalzen?
Tanden en kiezen bestaan uit een kroon en één of meer wortels. De kroon is het deel dat u ziet en is voorzien van een sterke laag glazuur. De wortels ziet u niet en hebben géén glazuur. Zodra het tandvlees zich terugtrekt, komt dus een stukje van de tand zonder glazuur bloot te liggen. Dit poreuze materiaal is tandbeen. In tandbeen zitten kanaaltjes die verbonden zijn met de zenuwholte binnenin de tand of kies. Als het tandvlees de kanaaltjes afsluit, merkt u daar niets van. Is het tandvlees weg, dan komt door warme, koude, zoete of zure prikkels het vocht in die kanaaltjes in beweging. Die beweging irriteert de zenuwen en veroorzaakt zo de pijn.
Waardoor trekt het tandvlees terug?
Als u te krachtig, te langdurig, met te veel druk of met een harde tandenborstel poetst, kunt u letterlijk uw tandvlees wegpoetsen. Ook ontstoken tandvlees (parodontitis) is een oorzaak van terugtrekkend tandvlees. Ontstoken tandvlees ontstaat door een slechte mondhygiëne.
Waarom moet ik een mondspoelmiddel gebruiken?
Onze dagelijkse mondhygiëne bestaat uit het tweemaal per dag twee minuten tandenpoetsen met eenfluoridetandpasta. Aanvullend kan uw tandarts of mondhygiënist u aanraden de ruimten tussen uw tandenen kiezen schoon te maken en/of uw mond te spoelen met een mondspoelmiddel. Wie bijvoorbeeld een beugel draagt of te weinig speeksel in de mond heeft, loopt een verhoogd risico loopt op het krijgen van gaatjes (cariës). Dan is tweemaal per dag tandenpoetsen met fluoridetandpasta onvoldoende. Uw behandelaar kan dan adviseren een mondspoelmiddel met fluoride te gaan gebruiken. Na een uitgebreide tandvleesbehandeling kan uw behandelaar tijdelijk een spoelmiddel met chloorhexidine aanraden. Wie zijn mond gezond en de conditie van zijn tandvlees op peil wil helpen houden of een frisse smaak in zijn mond waardeert, kan na het tandenpoetsen zijn mond aanvullend spoelen met mondwater. Wie mondspoelmiddelen gebruikt, blijft daarnaast gewoon zijn tanden tweemaal per dag poetsen.
Wat helpt niet tegen halitose?
Halitose krijgt u niet weg met frisse snoepjes, kauwgom of sprays. Deze laten alleen een lekkere mintsmaak achter. Vanwege de smaak hebt u het gevoel dat uw adem fris is, maar dat gevoel bedriegt. De verfrissing van uw mond kan uw slechte adem maar gedeeltelijk verdoezelen en meestal maar voor enkele minuten. Ook helpt het niet om vaker en harder te poetsen. Mondspoelmiddelen die niet nadrukkelijk zijn ontwikkeld om de slechte adem te bestrijden, helpen ook niet.
Wat kan ik verder doen om mijn gebit gezond te houden?
Met een goede mondhygiëne houdt u tanden, kiezen en tandvlees gezond. Poets uw tanden daarom tweemaal per dag met fluoridetandpasta. Met de tandenborstel alleen kunt u de ruimten tussen tanden en kiezen niet goed reinigen. Gebruik daarom op advies van uw behandelaar dagelijks ragers, flossdraad of tandenstokers. Tips voor een gezond gebit Kies voor drie hoofdmaaltijden per dag, zodat u minder behoefte heeft aan tussendoortjes. Gebruik maximaal vier keer per dag iets tussendoor. Eet maximaal een- of tweemaal per dag zuur fruit. Drink frisdrank en andere zure dranken met mate. Poets uw tanden tweemaal per dag met fluoridetandpasta. Gebruik dagelijks ragers, flossdraad of tandenstokers om de ruimten tussen uw tanden en kiezen te reinigen. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw tandarts of mondhygiënist.
Wat zijn de oorzaken van een slechte adem en wat kun je eraan doen?
Voeding, dranken en roken Wie bijvoorbeeld knoflook, uien of kruiden heeft gegeten, alcohol heeft gedronken of heeft gerookt, kan een onaangename lucht uitademen. Die geur is van tijdelijke aard en kunt u voorkómen of maskeren. Oplossing: Om de onaangename lucht te voorkomen,zou u de producten niet moeten gebruiken. Om de nare geuren tijdelijk te maskeren kunt u iets eten of drinken, bijvoorbeeld suikervrije kauwgom of uw tanden poetsen met een verfrissende tandpasta. Ontstoken tand of tandvlees Vaak is een ontstoken tand of ontstoken tandvlees de oorzaak van een slechte adem. De ontstekingsbacteriën produceren een onaangename zwavelgeur. Als u de tandplak op en tussen uw tanden en kiezen niet goed verwijdert, heeft u niet alleen een grotere kans op het krijgen van gaatjes, maar raakt ook uw tandvlees ontstoken. Niet verwijderde tandplak kan hard worden en verkalken tot tandsteen. Aan tandsteen hecht zich makkelijk weer nieuwe tandplak, waardoor uw tandvlees steeds meer ontstoken kan raken. De bacteriën tussen uw tanden en kiezen kunnen ook een nare zwavelgeur veroorzaken. Oplossing: Met een wortelkanaalbehandeling kan de tandarts de ontsteking in de tand of kies verhelpen. Ontstoken tandvlees kunt u voorkomen als u tweemaal twee minuten per dag met fluoridetandpasta uw tanden poetst. Reinig daarnaast eenmaal per dag de ruimten tussen uw tanden en kiezen met ragers, flossdraad of tandenstokers. Vraag uw tandarts of mondhygiënist om een goede poetsinstructie. Het kan zijn dat er ook een uitgebreide gebitsreiniging nodig is door de tandarts of mondhygiënist. Bacteriën achter op de tong Op het achterste gedeelte van de tong zijn bacteriën en voedselresten (tongbeslag) aanwezig. De bacteriën produceren zwavel en dat ruikt onaangenaam. Op ruwe tongen blijven makkelijker voedselresten achter dan op gladde tongen. Iemand met een ruwe tong heeft meer kans op tongbeslag en dus op halitose. Ouderen hebben meer tongbeslag dan jongeren. Oplossing: Reinig uw tong dagelijks met een tongreiniger. Schraap het tongbeslag in ongeveer vijf keer van uw tong af. Schraap over de hele breedte van de tong, dus in het midden en aan de linker- en rechterkant van de tong. Hoe verder u achter op uw tong komt, hoe meer u kunt weghalen. Reinig uw tong twee keer per dag, het liefst ’s ochtends en ’s avonds. Onderzoek toont aan dat het reinigen van de tong met een tongreiniger effectiever is dan met een tandenborstel. Levert het tongreinigen onvoldoende resultaat op? Dan is aanvullende verzorging nodig. Soms moet u naast het tongreinigen de bacteriën die uw slechte adem veroorzaken, bestrijden met een mondspoel-, gorgelmiddel en/of een mondspray. Tongreinigers, mondspoel-, gorgelmiddelen en mondsprays zijn zonder recept verkrijgbaar. Hoe gebruikt u een tongreiniger of -schraper? Steek uw tong zo ver mogelijk uit uw mond. Plaats de tongreiniger zo ver mogelijk achter op uw tong. Oefen kracht uit op de schraper en druk uw tong plat. Zorg ervoor dat de tongreiniger goed contact maakt met uw tong. In het begin zult u op dit moment kokhalzen. Als u het vaker doet, leert u de reiniger zo te plaatsen dat u een kokhalsreactie tot een minimum beperkt. Trek de tongreiniger langzaam naar voren in uw mond. Maak de reiniger schoon onder stromend water. Herhaal de procedure ongeveer vijf keer. Spoel uw mond goed na met water. Reinig en droog de tongreiniger en bewaar deze tot volgend gebruik. Droge mond Slechte adem komt vaak voor bij mensen met een droge mond. Monddroogheid kan ontstaan door een te geringe speekselproductie of voortkomen uit het ademhalen door de mond. Bepaalde medicijnen hebben een droge mond als bijwerking. Oplossing: Ga met uw droge mondklachten naar uw tandarts of mondhygiënist. Uw behandelaar geeft u advies op maat om uw klachten zo mogelijk te beperken. Wie een droge mond heeft, doet er goed aan regelmatig water te drinken.
Wat zijn de overige oorzaken van slechte adem?
oms zorgen chemische processen in het bloed ervoor dat de lucht afkomstig van de longen onaangenaam ruikt. Iemand ruikt dan uit zowel de neus als de mond. Slechte adem kan ook ontstaan bij een perfecte mondhygiëne. Een ontsteking in de keel of neusbijholte kan de veroorzaker zijn. Een beoordeling door een KNOarts is dan nodig. Veel mensen denken dat een slechte geur vanuit de maag komt. Maar dit is bijna nooit het geval. Oplossing: Ga naar uw tandarts of mondhygiënist voor advies. Hij kan uw ademgeur bepalen en vaststellen of een verwijzing naar een huisarts of specialist noodzakelijk is.
Zijn er mondspoelmiddelen die tandplak tegengaan?
Mondspoelmiddelen met antibacteriële eigenschappen kunnen een bijdrage leveren aan een goede mondhygiëne.Dit type spoelmiddel kan helpen de ontwikkeling van tandplak te verminderen en de conditie van het tandvlees te verbeteren. Deze mondspoelmiddelen worden ook vaak gebruikt voor het krijgen van een frisse adem. Wie denkt dat je mondspoelmiddelen kunt gebruiken en dan niet meer hoeft te poetsen, heeft het mis. Ook deze mondspoelmiddelen worden gebruikt als aanvulling op de dagelijkse mondverzorging. Spoelen is geen vervanging van tandenpoetsen! Enkele voorbeelden zijn Meridol, Listerine Coolmint en Cool Citrus.
Risico's
Als ik overgevoelig ben voor medicijnen, ben ik dan ook allergisch voor röntgenfoto’s?
Röntgenstraling en medicijnen zijn niet met elkaar te vergelijken. De overgevoeligheid die kan bestaan bij gebruik van medicijnen is gebaseerd op een afweerreactie. Röntgenstraling kan zo’n reactie niet opwekken. U hoeft dus niet bang te zijn dat er allergische reacties optreden.
Als ik stop met roken, verbetert dan mijn mondgezondheid?
Al twee tot zes weken na het stoppen met roken is het gunstige effect zichtbaar in uw mond. De conditie van uw tandvlees gaat niet verder achteruit. Ook zullen de resultaten van een tandvleesbehandeling beter zijn. Tandvleesbloedingen kunnen na het stoppen met roken tijdelijk toenemen. Een goede mondhygiëne zorgt ervoor dat dit probleem snel verdwijnt. Uw tandarts of mondhygiënist kan u hierbij helpen. Om succesvol te stoppen is het belangrijk dat u zelf goed gemotiveerd bent. Heeft u besloten te stoppen? Gefeliciteerd! U heeft meer kans van slagen als u er een hulpmiddel bij gebruikt.
Als ik zwanger ben, mogen er dan röntgenfoto’s worden gemaakt?
Tandheelkundige röntgenfoto’s kunnen zonder bezwaar worden gemaakt. Alleen röntgenopnamen in een ziekenhuis waarbij de straling op de nog niet geboren baby wordt gericht, dienen zo mogelijk te worden uitgesteld tot na de zwangerschap.
De tand is er uit. Wat nu?
Plaats de tand van een blijvend gebit terug in de mond. Hoe sneller u dat doet, hoe groter de kans op succes is. Handel als volgt: 1. Zoek de tand snel op. 2. Pak de tand bij de kroon vast. De kroon is het deel van de tand dat boven het tandvlees zichtbaar is. Vermijd contact met de wortel van de tand. Dat maakt de kans op een succesvolle terugplaatsing kleiner. 3. Spoel de tand af met melk. Geen melk binnen bereik? Laat de patiënt de tand dan schoonlikken of -zuigen. Reinig de tand nóóit met water of reinigingsmiddelen en gebruik evenmin een borsteltje. Dat maakt de kans op een succesvolle terugplaatsing kleiner. Bovendien kan de tand door afspoelen onder de kraan in de afvoer verdwijnen. 4. Is de tand schoon? Plaats hem dan terug. 5. Houd vervolgens de tanden op elkaar met ertussen een papieren zakdoekje of een gaasje. Zo blijft de tand het beste op zijn plaats. 6. Ga direct naar de tandarts. Die zal de teruggeplaatste tand controleren en vastzetten (spalken). Let op: plaats een uitgevallen melktand nóóit terug. Daarmee kunt u de nieuwe blijvende tand beschadigen.
De tand staat los. Wat nu?
Niet aankomen of terugduwen. Ga direct naar de tandarts.
Eenmaal een kunstgebit, voor altijd klaar?
Na verloop van tijd bent u gewend aan uw nieuwe kunsttanden en -kiezen. Zo goed zelfs, dat het lijkt alsof ze er altijd zijn geweest. Maar dat blijft niet zo. Uw mond verandert omdat uw kaken slinken. Uw kunstgebit blijft wel even groot. Er ontstaat dus ruimte tussen uw kunstgebit en uw kaak waardoor uw kunstgebit op den duur losser gaat zitten. Als uw kunstgebit niet goed meer past, kan het op sommige plaatsen op uw kaak zwaarder gaan drukken dan op andere. Dat kan pijn veroorzaken. Schuur of vijl niet zelf aan uw kunstgebit, maar ga naar uw behandelaar! In zo’n geval past uw behandelaar uw kunstgebit aan. Hij kan een nieuwe laag of ‘voering’ in uw kunstgebit aanbrengen, waardoor het weer vaster zit.
Heb je als je zwanger bent meer kans op ontstoken tandvlees?
Je kent vast het praatje wel dat elk kind een tand kost. Gelukkig is dat niet zo. Door de zwangerschap heb je wel meer kans op het krijgen van tandvleesontstekingen (gingivitis) in de mond. De boosdoener is tandplak. Door een verhoogde hormoonspiegel kan je tandvlees overgevoelig reageren op tandplak. Hierdoor bloedt het sneller, zwelt het op en is het gevoeliger. Als je bovendien minder aandacht besteedt aan de gebitsverzorging en je door je zwangerschap bijvoorbeeld meer snoept, neemt de kans op het krijgen van gaatjes toe.
Hebben rokers meer tandplak en tandsteen dan niet-rokers?
Op en tussen uw tanden en kiezen en op de overgang naar het tandvlees ontstaat tandplak. Dit nauwelijks zichtbare wit-gelige laagje bestaat uit bacteriën en producten van bacteriën. Niet verwijderde plak kan hard worden en verkalken tot tandsteen. Aan tandsteen hecht zich makkelijk weer nieuwe plak. Tandplak is de veroorzaker van ontstoken tandvlees. Ontstoken tandvlees is pijnlijk en bloedt bij aanraking, bijvoorbeeld met een tandenborstel. Rokers hebben vaak meer tandplak en tandsteen dan niet-rokers. Meer kans op tandvleesontstekingen dus. Bovendien zijn de tandvleesontstekingen bij hen vaak ernstiger en slaat een behandeling ervan doorgaans minder goed aan.
Hoe kies je een professionele piercer?
In Nederland geldt een wet voor het zetten van piercings. Ook is er een verplichte hygiënerichtlijn voor piercers. Piercers die voldoen, krijgen een vergunning. De GGD controleert of de piercingstudio’s zich houden aan de richtlijnen. Onhygiënisch werken kan ernstige gevaren voor de gezondheid met zich meebrengen (zoals infecties, Hepatitis B, C en HIV). Een piercer moet bijvoorbeeld gesteriliseerde instrumenten en veilige materialen gebruiken. Daarnaast moeten de ruimte en medewerkers aan strikte eisen voldoen. Kies je piercer dus zorgvuldig! Op www.veiligtatoeerenenpiercen.nl staan piercers met een vergunning.
Hoe lang duurt de genezing na het zetten van een mondpiercing?
Direct na het zetten van de piercing is zwelling en roodheid normaal. Ook een lichte afscheiding van wondvocht is gebruikelijk. Het weefsel kan licht bloeden, gekneusd en gevoelig zijn. Koelen met ijs kan helpen de zwelling te verminderen en kan daarmee de napijn beperken. Tegen de pijn kun je eventueel paracetamol gebruiken. Eventuele lichamelijke klachten, zoals jeuk en roodheid moeten binnen 48 uur na het zetten zijn afgenomen. De genezingstijd varieert per piercing en per persoon. De eigen wond- en mondverzorging is van invloed op de genezingstijd. Bij tongpiercings kan dit proces tussen de vier tot zes weken duren, bij lippiercings zeven tot negen weken. Vanwege de zwelling, wordt bij het zetten van een tongpiercing meestal een lang staafje geplaatst. Vervang het staafje door een kortere variant als de wond is genezen. Daarmee voorkom je dat de mondpiercing je tanden en tandvlees raakt bij het eten en praten. De kans op blijvende schade aan je tanden en tandvlees is dan minder groot. Plaats een goed passend sieraad. Hiermee voorkom je blijvende schade aan je tanden en tandvlees.
Hoe lang duurt het voordat een afte verdwijnt?
Hoe groter het zweertje is, hoe langer de genezing ervan duurt. Na twee weken moet de afte verdwenen zijn.
Hoe vindt de tandarts de oorzaak van kaakgewrichtsklachten?
De tandarts probeert te achterhalen waar uw klachten vandaan komen. Hij zal uw gebit, uw kaakgewricht en uw kauwspieren daarom uitgebreid onderzoeken. Hij kijkt of uw tanden en kiezen opvallend zijn afgesleten en of ze goed op elkaar passen. De tandarts let op geluiden in uw kaakgewricht en onderzoekt of uw onderkaak goed functioneert. Zo test hij bijvoorbeeld hoe ver u uw mond kunt openen. Ook zal uw tandarts van u willen weten of u last heeft van lichamelijke klachten of andere spanningen.
Hoe wordt de mondpiercing gezet?
Het zetten van een mondpiercing gaat relatief snel en makkelijk. Verdoving is niet gebruikelijk. Sommigen voelen niets en anderen voelen zich een moment onaangenaam. De piercer gebruikt een tang om de beweeglijke tong of lip vast te klemmen tijdens het piercen. Het is niet verstandig zelf een piercing te zetten. De instrumenten die ‘doe-het-zelvers’ voor de doorboring gebruiken, zijn niet steriel en dus ongeschikt. Ook boren ze vaak op een verkeerde plaats, waardoor bloedvaten of zenuwen geraakt kunnen worden en de piercing niet goed blijft zitten. De kans op infectie bij zelfpiercen is groot.
Kan het glazuur van mijn tanden zachter worden?
Het oppervlak van tanden en kiezen wordt zachter door de inwerking van zuur. Als u direct na het eten of drinken van zuur uw tanden poetst, kunt u de glazuurlaag gemakkelijk wegpoetsen. Dan slijt uw gebit dus nog sneller.
Kan ik gebitsletsel voorkomen?
Gebitsletsel kunt u soms voorkomen. Tijdens het sporten kunt u bijvoorbeeld een gebitsbeschermer dragen. Die biedt geen garantie, maar kan de eventuele schade bij een ongeluk beperken. Er bestaan verschillende soorten beschermers. Kant-en-klare zijn te koop in sportwinkels. Deze passen vaak niet goed en beschermen daarom onvoldoende. Het beste werkt de gebitsbeschermer die precies op maat is gemaakt door uw tandarts.
Kan ik iets doen om mijn tandglazuur sterker te maken?
Fluoride maakt tandglazuur sterker en minder goed oplosbaar in zuur. Fluoride vertraagt het oplossen van tandglazuur. Poets daarom uw tanden tweemaal per dag met fluoridetandpasta.
Kan ik kleefpasta's, kleefpoeders en andere hulpmiddelen voor mijn kunstgebit gebruiken?
Er zijn allerlei kleefpasta’s, kleefpoeders en ‘voeringen’ op de markt om een kunstgebit meer houvast te geven. Die middelen zijn eigenlijk allemaal noodoplossingen. De oorzaak van het probleem wordt niet echt weggenomen. Doe nooit watjes onder uw kunstgebit. Uw kaken gaan daarvan alleen maar sneller slinken. Gaat uw kunstgebit loszitten? Ga dan naar uw behandelaar. Hij ziet meestal direct wat er aan de hand is en kan u het beste advies geven.
Moet ik voor of na het ontbijt mijn tandenpoetsen?
Poets uw tanden bij voorkeur na het ontbijt. Gebruikt u zure producten bij uw ontbijt? Wacht dan met tandenpoetsen. Gebruik een zachte tandenborstel en poets niet te krachtig.
Snoep verstandig, eet een appel. Echt waar?
Een appel of ander (vers) fruit is een verstandig tussendoortje, ook al zit er suiker in. Fruit is niet kleverig en wordt meestal in één keer achter elkaar opgegeten. Bovendien is fruit gezond.
Waar komen mondpiercings het meeste voor?
Tongpiercings komen het meeste voor. Zorg ervoor dat je tongpiercing in het midden en ver genoeg achter op je tong wordt geplaatst. Je kunt blijvende schade voorkomen als de tongpiercing je tanden en tandvlees niet raakt. Daarna is de lippiercing het populairst. Let erop dat de piercer de platte achterkant van je lippiercing niet op je tandvleesrand plaatst. Zo is er minder kans dat je tandvlees beschadigt.
Waarom is speeksel zo belangrijk?
Speeksel heeft een smerende werking wanneer u spreekt, kauwt en slikt. Met behulp van speeksel kunt u makkelijker bewegen met uw wangen, tong en lippen. Met uw speeksel bevochtigt u voedsel zodanig dat u het pijnloos kunt doorslikken. Ook bevochtigt speeksel het mondslijmvlies, waarmee uitdroging wordt voorkomen. Bovendien heeft het een reinigende werking op tanden, kiezen en het mondslijmvlies. Daarnaast remt speeksel de werking en de groei van bacteriën en schimmels in de mond, waardoor mondinfectie wordt voorkomen.
Wat is het effect van kauwgom?
Als u kauwgom kauwt, activeert u de productie van beschermend speeksel. In de meeste soorten kauwgom zitten
suikervervangers
. Kijk ernaar op de verpakking en kies een suikervrije variant. Xylitol is een natuurlijke zoetstof. Xylifresh kauwkom met 100% xylitol helpt tandplak voorkomen en wordt aanbevolen door het Ivoren Kruis.
Wat is het effect van speeksel, maagzuur en overgeven op het glazuur?
krijgt meer kans als de beschermende werking van speeksel slechter is, onder andere bij geringe speekselproductie. Ook regelmatig opgeven van maagzuur, bijvoorbeeld als gevolg van medicijnen of een ziekte, kan tanderosie veroorzaken.
Wat is tandcariës en hoe ontstaat het?
Elke keer als u iets eet, zetten de bacteriën in de tandplak de suikers en koolhydraten in het voedsel om in zuur. Zo’n ‘zuurstoot’ kan het glazuur van de tanden en kiezen aantasten. Dat veroorzaakt gaatjes. Gelukkig helpt het speeksel het gebit te beschermen, maar daar is wel tijd voor nodig. Daarom is het belangrijk om zo min mogelijk tussendoortjes met koolhydraten (suiker en zetmeel) te gebruiken. Verder is het ook belangrijk iedere dag uw tanden te poetsen met fluoridehoudende tandpasta. Daarmee beperkt u de kans op schade aan uw gebit.
Wat zijn kaakgewrichtsklachten?
Pijn in de kaken, moe van het kauwen, aanhoudende pijn in of om het oor. Het zijn klachten die te maken kunnen hebben met uw gebit, uw kaakgewricht of uw kauwspieren.
Welk risico lopen mensen met epilepsie?
Mensen met epilepsie lopen een groot risico op gebitsbeschadiging, omdat ze vaker dan andere mensen onverwacht kunnen vallen en dan ongelukkig terecht kunnen komen. Raakt een tand of kies beschadigd door vallen of stoten, dan kunt u het beste snel naar tandarts gaan. Spoedige behandeling verkleint de kans op problemen. Als een tand of kies door stoten is los gaan staan of geheel of gedeeltelijk is uitgevallen, plaats hem dan direct voorzichtig terug. Ga daarna direct naar de tandarts. Lukt het niet om de tand of kies zelf terug te plaatsen, lik hem dan schoon. Gebruik geen schoonmaakmiddelen. Neem hem mee naar de tandarts in een glas melk of in speeksel. Dit geldt ook voor stukken van een tand die afbreken. Doe de tand nooit in water!
Welke invloed heeft gewoonten zoals tandenknarsen etc. op het gebit?
Gewoonten zoals tandenknarsen, nagelbijten, kluiven op een pen of potlood, pijproken en de tanden als een schaar of mes gebruiken, vergroten de kans op gebitsslijtage.
Welke invloed heeft ouder worden op de mondgezondheid?
Steeds meer mensen houden tot op hoge leeftijd eigen tanden en kiezen. Dat komt doordat de meeste mensen de laatste tientallen jaren hun gebit goed verzorgen én regelmatig naar de tandarts gaan. Die mondverzorging en de (half)jaarlijkse gang naar de tandarts blijven belangrijk als u ouder wordt. Soms is het moeilijk tanden gezond te houden. De oorzaken daarvoor verschillen. Door ouderdom of ziekte kan de aandacht voor het gebit op de achtergrond raken. Sommige mensen verzorgen het gebit goed, maar krijgen in de loop der jaren andere eetgewoontes (bijvoorbeeld een sterke voorkeur voor zoet). Bij anderen veranderen de samenstelling en de hoeveelheid van het speeksel. En voor een aantal mensen geldt dat naarmate ze ouder worden, ze minder handig zijn in het schoonmaken van hun gebit. Dit alles is van invloed op de mondgezondheid.
Welke invloed heeft roken op het ontstaan van mondkanker?
Rokers lopen meer risico op het ontstaan van afwijkingen aan de weefsels van de mond, tong en keel die eventueel kunnen leiden tot mondkanker. De kans op het ontwikkelen van kanker in de mondholte is zelfs twee tot vier maal groter. Wie rookt en daarbij alcohol gebruikt loopt extra risico.
Welke maatregelen kunt u nemen tegen slijtage van uw gebit?
Beperk slijtage bij het reinigen van uw gebit Poets twee maal per dag uw tanden en kiezen zorgvuldig met een zachte tandenborstel. U oefent voldoende druk uit als u de borstel aan het eind van het handvat vasthoudt tussen uw duim en de toppen van uw vingers. Poets alle plekken in de mond even goed. De eerste tand of kies die u poetst slijt vaak het meest. Als u tandenstokers of ragers gebruikt, beperk dit dan tot één keer per dag. Eet of drink één uur voordat u uw tanden poetst geen zure producten. Beperk het aantal eet- en drinkmomenten Veel voedingsmiddelen bevatten zuren. Speeksel heeft een beschermende werking. Het neutraliseert de zuurinwerking op het gebit. Eet u de hele dag door zure producten, dan kan het speeksel die aanvallen op het gebit niet meer neutraliseren. Niet alleen om tanderosie te voorkomen, maar ook om de kans op gaatjes te verkleinen geldt: beperk het aantal keren dat u eet of drinkt. Gebruik drie maaltijden per dag en daarnaast niet meer dan vier keer iets tussendoor. Water zonder prik, koffie en gewone thee zonder suiker zijn niet schadelijk voor uw gebit. Beperk de zuurinwerking Houd zure dranken niet in uw mond, maar slik ze direct door. Neem niet iedere keer een klein slokje, maar drink het in één keer op. Neem niet telkens kleine hapjes van zuur voedsel, maar eet het in één keer op. Hierdoor blijft de inwerking van zuur op het tandoppervlak beperkt. Neutraliseer zuur met water, melk of kaas Neem in plaats van zure producten of na gebruik ervan een glas water of melk, of een klein stukje kaas. Zo voorkomt of beperkt u de schadelijke invloed van zuren. Stop met verkeerde gewoonten Probeer verkeerde gewoonten, zoals nagelbijten, kluiven op een pen of potlood, pijproken en de tanden als een schaar of mes geruiken af te leren. Dat kan moeilijk zijn, omdat u dit vaak onbewust doet. Tandenknarsen doet u bijvoorbeeld tijdens de slaap. Overleg met uw tandarts of mondhygiënist hoe u dit probleem het beste kunt aanpakken.
Welke risico's zijn er bij sondevoeding voor de mondgezondheid?
Iemand met een voedingssonde heeft een beperkte zelfreiniging van de mond, omdat hij niet slikt of kauwt. Er ontstaat sneller tandsteen, maar minder snel gaatjes. Vraag in een dergelijke situatie advies aan de tandarts.
Welke schadelijke stoffen komen tijdens roken vrij?
Tijdens het roken komen allerlei schadelijke stoffen vrij, waaronder teer en nicotine. Teer is het belangrijkste element bij het ontstaan van kanker. Nicotine komt snel in de bloedbaan terecht en heeft een direct effect op het lichaam. Nicotine vernauwt de bloedvaten, versnelt de hartslag en verhoogt de bloeddruk. De activiteit van de afweercellen in het bloed neemt af. De gevolgen van roken strekken zich niet alleen uit tot het hart en de longen. Alle weefsels die direct in aanraking komen met tabaksrook kunnen schade oplopen.
Welke voorzorgsmaatregelen moet ik tijdens mijn zwangerschap nemen?
Met een juiste gebitsverzorging hoeft je gebit niet te lijden onder je zwangerschap. Eigenlijk is het een kwestie van zorgvuldig blijven poetsen, tweemaal per dag. Houd ook de ruimten tussen de tanden en kiezen goed schoon met ragers, flossdraad of tandenstokers. De verleiding is misschien groot om tandvlees dat bloedt (en dus ontstoken is) te ontzien. Bovendien is het verleidelijk om in geval van misselijkheid de achterste kiezen niet te poetsen. Houd juist deze plekken extra goed schoon. Een tandenborstel met een kleine kop is bij misselijkheid beter te verdragen. Gebruik niet te vaak zoetigheid en dranken waar suiker in zit. Bezoek zo nodig je tandarts of mondhygiënist een keer extra als je vragen hebt. Let op: overdreven of verkeerd gebruik van hulpmiddelen bij de mondhygiëne kan schade veroorzaken aan tanden en tandvlees Misselijk Vaak gaat een zwangerschap gepaard met misselijkheid. Sommige vrouwen zijn zo misselijk dat ze regelmatig moeten overgeven. De verleiding is groot om direct daarna je tanden te poetsen om die vieze smaak in je mond kwijt te raken. Toch kun je dat beter niet doen. Maagzuur tast het tandglazuur aan. Ook hebben de borstel en de tandpasta een schurende werking. Als je direct na het overgeven je tanden poetst, kun je het tandglazuur gemakkelijk wegpoetsen. Spoel je mond liever met water of een mondspoelmiddel.
Zijn er geneesmiddelen tegen aften?
Er is geen geneesmiddel met een gegarandeerde werking. Om de pijn enigszins te verlichten kan de tandarts u een middel voorschrijven. Sommige mensen hebben baat bij ontsmettende mondspoelingen met chloorhexidine. Dat is een desinfecterend middel dat het aantal bacteriën in de mond vermindert. Om die reden kunnen de spoelingen een gunstige werking hebben op aften. Deze middelen versnellen de genezing echter niet. Bovendien kan het gebruik pijnlijk zijn.
Zijn er tandpasta’s die helpen tegen tandhalsgevoeligheid?
Zodra u uw tanden en tandhalzen poetst met tandpasta, brengt u een beschermend laagje aan. De doorgang in het tandbeen naar de zenuwholte kan daardoor blokkeren. Dan kan de gevoeligheid tijdelijk iets afnemen. Sommige tandpasta’s zijn speciaal ontwikkeld om gevoelige tandhalzen te bestrijden. Veel patiënten hebben baat bij het gebruik ervan. Maar de resultaten zijn niet altijd succesvol. De voordelen van de tandpasta kunnen door uw eet- of drinkgedrag (zuur) of door de slijpende werking van tandpasta worden tenietgedaan. Alle tandpasta’s hebben een andere werking. Probeer daarom verschillende tandpasta’s tegen gevoelige tandhalzen uit.
Zijn lightdranken beter voor mijn gebit dan gewone frisdranken?
Lightdranken bevatten geen suiker, maar gebitsvriendelijke zoetstoffen. Maar ze bevatten wel evenveel zuur als gewone frisdranken. Voor tanderosie zijn ze dus even schadelijk. Wel is de kans op gaatjes (cariës) kleiner wanneer u lightdranken drinkt.
Zijn lightproducten beter voor mijn tanden?
In suikervrije lightproducten zoals bijvoorbeeld zoetjes voor in de koffie of lightdranken zitten suikervangers. Deze producten veroorzaken geen gaatjes. Lightdranken bevatten wel evenveel zuur als gewone frisdranken. De kans op slijtage van uw gebit als gevolg van zuur.